Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 4
Artikel 190 [Keuzebevoegdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd. Voorheen art. 5.2.1 van de Wet tot vaststelling van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
- Bronpublicatie:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2002, Stb. 2002, 430 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
1.
Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Een aanvaarding kan zuiver geschieden of onder voorrecht van boedelbeschrijving.
2.
De erflater kan de erfgenamen in hun keuze niet beperken. Evenmin kan een erfgenaam dienaangaande vóór het openvallen der nalatenschap een beslissing nemen.
3.
De keuze kan alleen onvoorwaardelijk en zonder tijdsbepaling geschieden. Zij kan niet een deel van het erfdeel betreffen. Hetgeen aan een erfgenaam die reeds aanvaard heeft, opkomt door de vervulling van een door de erflater aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde kan evenwel nog afzonderlijk aanvaard of verworpen worden.
4.
Een eenmaal gedane keuze is onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap. Een aanvaarding of verwerping kan niet op grond van dwaling, noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers worden vernietigd.