Wet bankenbelasting
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 325 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken: 33121)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-09-2012, Stb. 2012, 417 (uitgifte: 21-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bankenbelasting (V)
Belastingplichtig voor de bankenbelasting is:
- a.
een lichaam met zetel in Nederland dat een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft voor het uitoefenen van het bedrijf van bank;
- b.
een lichaam met zetel in een andere lidstaat dan Nederland dat vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uitoefent, een door een toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht van die lidstaat verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank heeft en een mededeling van de Nederlandsche Bank als bedoeld in artikel 2:14, eerste of tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft ontvangen;
- c.
een lichaam met zetel in een andere staat dan Nederland dat vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uitoefent en een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning als bedoeld in de artikelen 2:16, eerste lid, of 2:20, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft.