Einde inhoudsopgave
Ziektewet
Artikel 11 [UWV werkgever]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
11-12-2019, Stb. 2018, 451 jo Stb. 2019, 483 (uitgifte: 17-12-2019, kamerstukken: 35275)
14-11-2018, Stb. 2018, 451 jo Stb. 2019, 483 (uitgifte: 11-12-2018, kamerstukken: 34967)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2018, Stb. 2018, 452 (uitgifte: 11-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt als werkgever beschouwd in de gevallen, bedoeld in de artikelen 7, onderdeel a, 8, onderdelen a en c, 8a en 8c, onderdelen a en c.
2.
In de gevallen, bedoeld in de artikelen 7, onderdeel b, 8, onderdeel b, en 8c, onderdeel b wordt als werkgever beschouwd degene, die door Onze Minister als werkgever wordt aangewezen.
3.
Ingeval het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de uitkering of toeslag, bedoeld in de artikelen genoemd in het eerste lid, vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premies en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 42 van de Zorgverzekeringswet, betaalt aan de werkgever, bedoeld in artikel 9, 10 of 12, teneinde deze uitkering of toeslag door diens tussenkomst te doen uitbetalen, treedt voor de toepassing van het eerste lid, deze in de plaats van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, onafhankelijk van het voortbestaan van de dienstbetrekking met die werkgever.
4.
Indien een eigenrisicodrager de uitkering, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, ingevolge artikel 63a betaalt of de uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, ingevolge artikel 82 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen betaalt, treedt deze eigenrisicodrager als werkgever in de plaats van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, onafhankelijk van het voortbestaan van de dienstbetrekking met die eigenrisicodrager.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de door de werkgever verschuldigde premies, bedoeld in het derde lid, nadere regels worden gesteld.