Einde inhoudsopgave
Wet personenvervoer 2000
Artikel 104
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 247 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken: 34939)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 248 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op het verrichten van openbaar vervoer, anders dan openbaar vervoer per trein en besloten busvervoer regels worden gesteld over:
- a.
inrichting en uitrusting van een auto, bus, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig;
- b.
keuring van bussen en auto's;
- c.
eisen te stellen aan bestuurders van auto, bus, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig;
- d.
de wijze waarop wordt aangetoond dat aan de ingevolge de onderdelen a, b en c, gestelde regels wordt voldaan;
- e.
de vergoedingen die zijn verschuldigd voor de met de ingevolge de onderdelen a tot en met d gestelde regels samenhangende werkzaamheden en af te geven documenten.
2.
Voor zover dit noodzakelijk is ter toetsing van de geschiktheid van bestuurders, kunnen in het kader van de in het eerste lid, onder c, bedoelde eisen, onder meer gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming en het gedrag van bestuurders worden verwerkt. Het bestuursorgaan dat bevoegd is tot toetsing aan deze eisen, is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens.