Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 293 Bewindvoerders en liquidateurs
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Inwerkingtreding
06-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De aanwijzing van de bewindvoerder of de liquidateur wordt aangetoond met een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het aanwijzingsbesluit of van ieder ander door de bevoegde instanties van de lidstaat van herkomst opgesteld attest.
De lidstaat waar de bewindvoerder of de liquidateur wil optreden, kan een vertaling verlangen in een officiële taal van deze lidstaat. Een formele waarmerking van deze vertaling of soortgelijke formaliteit mag niet worden verlangd.
2.
Bewindvoerders en liquidateurs zijn gemachtigd op het grondgebied van alle lidstaten de bevoegdheden uit te oefenen die zij kunnen uitoefenen op het grondgebied van de lidstaat van herkomst.
Overeenkomstig het recht van de lidstaat van herkomst kunnen er personen worden aangewezen die tot taak hebben de bewindvoerders en liquidateurs bij te staan of te vertegenwoordigen bij de afwikkeling van de saneringsmaatregel of de liquidatie, met name in de lidstaten van ontvangst, meer bepaald om eventuele moeilijkheden van de schuldeisers in de betrokken lidstaten te helpen oplossen.
3.
Bij de uitoefening van hun bevoegdheden overeenkomstig het recht van de lidstaat van herkomst richten bewindvoerders of liquidateurs zich naar het recht van de lidstaten waar zij willen optreden, meer bepaald met betrekking tot de wijze waarop de goederen te gelde worden gemaakt en het informeren van de werknemers.
Deze bevoegdheden mogen noch de aanwending van dwangmiddelen behelzen, noch het recht om uitspraak te doen in gedingen of geschillen.