Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 147
Geldend
Geldend vanaf 28-09-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Inwerkingtreding
28-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
De vergissingen, verzuimen of andere onregelmatigheden, bedoeld in artikel 116 van de wet, worden op de dag dat zulks blijkt, onverwijld hersteld. Op het desbetreffende stuk wordt een door de bewaarder gedagtekende en ondertekende aantekening gesteld, inhoudende een korte vermelding van de inhoud der onregelmatigheid en het tijdstip der herstelling.
2.
Indien het te verbeteren stuk inmiddels is vervangen door een mechanische reproductie daarvan, wordt de in het eerste lid bedoelde aantekening gesteld op de wijze, bepaald in artikel 9.
3.
Indien de bewaarder een stuk onterecht heeft ingeschreven, wordt de aanbieder van het stuk in de gelegenheid gesteld om de onterechte inschrijving te herstellen door het stuk aan te vullen, te rectificeren of waardeloos te verklaren gevolgd door inschrijving van een stuk dat voldoet aan de inschrijvingsvereisten.
4.
Indien zulks naar het oordeel van de bewaarder wenselijk is, worden de aanbieder van het desbetreffende stuk en eventueel andere hem bekende belanghebbenden in kennis gesteld van de onregelmatigheid, de verbetering daarvan en het tijdstip van verbetering.