Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2016, Stb. 2016, 429 (uitgifte: 17-11-2016, kamerstukken: 34498)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2016, Stb. 2016, 474 (uitgifte: 07-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Getuigen of deskundigen, van welke nationaliteit ook, die, gehoor gevende aan een dagvaarding of oproeping van de Speciale Kamers of als gevolg van een bevel tot medebrenging van de Speciale Kamers, naar Nederland komen, kunnen in Nederland niet worden vervolgd, aangehouden of aan enige andere vrijheidsbeperkende maatregelen worden onderworpen voor feiten of veroordelingen die voorafgingen aan hun aankomst in Nederland.
2.
De in het eerste lid bedoelde immuniteit vervalt indien de getuige of deskundige, hoewel hij gedurende vijftien achtereenvolgende dagen na het tijdstip waarop zijn aanwezigheid niet meer door de Speciale Kamers werd vereist, de mogelijkheid had Nederland te verlaten maar hier te lande is gebleven of in Nederland is teruggekeerd na het te hebben verlaten.