Einde inhoudsopgave
Wet hersteloperatie toeslagen
Artikel 2.14f Hoogte tegemoetkoming overleden kind
Geldend
Geldend vanaf 22-04-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 264 jo Stb. 2023, 501 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36420)
12-07-2023, Stb. 2023, 264 jo Stb. 2023, 501 (uitgifte: 14-07-2023, kamerstukken: 36352)
- Inwerkingtreding
22-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2024, Stb. 2024, 99 (uitgifte: 19-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
1.
De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2.14c, artikel 2.14d of artikel 2.14e, is gelijk aan het bedrag dat ingevolge artikel 2.12 bij leven aan het overleden kind zou zijn toegekend, met dien verstande dat bij de vaststelling van dat bedrag wordt uitgegaan van de leeftijd van het overleden kind op 1 juli 2023, dan wel op de dag van overlijden indien deze dag ligt voor 1 juli 2023.
2.
Indien meerdere personen binnen de aanvraagtermijn, bedoeld in artikel 6.1a, een aanvraag indienen voor de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2.14d of artikel 2.14e, wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, verminderd naar evenredigheid met het aantal personen dat in aanmerking komt voor de tegemoetkoming.