Einde inhoudsopgave
Waterschapswet
Artikel 21 [Zwangerschap of ziekte]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
08-02-2020, Stb. 2020, 77 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35273)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2020, Stb. 2020, 137 (uitgifte: 13-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
De voorzitter van het algemeen bestuur verleent aan een lid van dat bestuur op diens verzoek tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling, zoals die blijkt uit een door het lid overgelegde verklaring van een arts of verloskundige.
2.
De voorzitter van het algemeen bestuur verleent aan een lid van dat bestuur op diens verzoek tijdelijk ontslag, indien het lid wegens ziekte niet in staat is het lidmaatschap uit te oefenen en blijkens de verklaring van een arts aannemelijk is dat hij de uitoefening van het lidmaatschap niet binnen acht weken zal kunnen hervatten. Het tijdelijk ontslag gaat in op de dag na de bekendmaking van de beslissing op het verzoek.
3.
Het lidmaatschap van het lid aan wie tijdelijk ontslag als bedoeld in het eerste lid of tweede lid is verleend, herleeft van rechtswege met ingang van de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag van ingang van het tijdelijk ontslag.
4.
Aan een lid van het algemeen bestuur wordt ten hoogste drie maal per zittingsperiode tijdelijk ontslag als bedoeld in het eerste of het tweede lid verleend.