Einde inhoudsopgave
Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken
Artikel 13 [Onverwijlde verstrekking gebiedsinformatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2019, Stb. 2018, 120 jo Stb. 2019, 487 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 34987)
11-04-2018, Stb. 2018, 120 jo Stb. 2019, 487 (uitgifte: 30-04-2018, kamerstukken: 34745)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-2018, Stb. 2018, 140 (uitgifte: 24-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / ICT
1.
De Dienst verstrekt gebiedsinformatie via het elektronische informatiesysteem onverwijld na ontvangst van alle informatie als bedoeld in artikel 5a, eerste lid, of de artikelen 11, eerste lid, en 12, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, doch uiterlijk binnen twee werkdagen na verzending van het graafbericht of het verzoek om informatie als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, subonderdeel 1°, aan degene die het oriëntatieverzoek of de graafmelding heeft gedaan.
2.
De Dienst informeert een beheerder van wie de Dienst informatie bewaart als bedoeld in artikel 5a over de informatie, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdelen a tot en met d, die de Dienst namens hem heeft verstrekt.
3.
Indien de Dienst niet binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, respectievelijk de termijn van artikel 12, van alle beheerders de ingevolge de artikelen 11, eerste lid, en 12, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, vereiste informatie heeft ontvangen, doet de Dienst daarvan mededeling bij het verstrekken van de gebiedsinformatie.