Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022
Artikel 2.7 Pilot startende innovatieve ondernemingen
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-06-2025
- Bronpublicatie:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het verbod is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden verricht voor een onderneming die naar het oordeel van onze Minister van Justitie en Veiligheid startend en innovatief is met schaalbare bedrijfsactiviteiten, en:
- a.
van wie het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt, ten minste € 2.801 bruto per maand bedraagt, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag; en
- b.
die een medewerkersparticipatie van een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat bij ministeriële regeling vast te stellen percentage in de onderneming, bedoeld in het eerste lid, aanhef, ontvangt.
2.
De beoordeling of sprake is van een onderneming als bedoeld in het eerste lid geschiedt aan de hand van een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid bij ministeriële regeling in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat vastgesteld toetsingskader. Er is in ieder geval geen sprake van een onderneming als bedoeld in het eerste lid indien de onderneming op het moment van de beoordeling arbeid laat verrichten door meer dan vijftien werknemers, die krachtens arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam zijn. De beoordeling heeft een geldigheidsduur van drie jaar na ingang van de eerste verblijfsvergunning ten behoeve van werkzaamheden in het kader van dit artikel.
3.
Bij ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden nadere regels gesteld over de medewerkersparticipatie.
4.
Dit artikel is van toepassing op ten hoogste vijf vreemdelingen die werkzaamheden verrichten voor de onderneming, bedoeld in het eerste lid.
5.
Het in het eerste lid, onder a, genoemde bedrag wordt jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd met het percentage waarmee het indexcijfer van de CAO-lonen over de maand oktober daaraan voorafgaand, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, afwijkt van het indexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bedragen is gebaseerd. De gewijzigde bedragen worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
6.
Het loon, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, wordt door de werkgever over een periode van ten hoogste een maand, bijgeschreven op een bankrekening, bestemd voor girale betaling, op naam van de vreemdeling.