Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
19.1.7 Notoire wanbetaler en vordering
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Inwerkingtreding
03-07-2012, terugwerkend tot: 01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
In afwijking in zoverre van artikel 19, tweede lid, van de wet vindt de vordering waarbij de doorbreking van een wettelijk beslagverbod wordt ingeroepen slechts plaats indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- a.
op het tijdstip waarop de vordering plaats vindt heeft de belastingschuldige meer dan één aanslag onbetaald gelaten;
- b.
de enige of laatste betalingstermijn van deze aanslagen is op het tijdstip waarop de vordering plaats vindt met ten minste twee maanden overschreden;
- c.
de belastingschuldige komt niet voor uitstel van betaling of kwijtschelding in aanmerking omdat hij, naar de ontvanger bekend is, beschikt over voldoende vermogen of voldoende betalingscapaciteit om de belastingaanslagen te voldoen;
- d.
de onder c vermelde voorwaarde geldt niet voor aanslagen in de motorrijtuigenbelasting.
Voor deze aanslagen geldt — naast de voorwaarden genoemd onder a en b — als extra voorwaarde dat op het tijdstip waarop de vordering plaatsvindt sprake moet zijn van een motorrijtuigenbelastingschuld die door middel van reguliere invorderingsmiddelen (voor particulieren: de vordering; voor ondernemers: de tenuitvoerlegging van het dwangbevel) naar verwachting niet zal worden voldaan binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf genoemd tijdstip.