Einde inhoudsopgave
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Artikel 10c [Discrepantie Handelsregister en andere informatie over UBO]
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2022
- Bronpublicatie:
24-11-2021, Stb. 2021, 610 (uitgifte: 16-12-2021, kamerstukken: 35819)
- Inwerkingtreding
28-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-01-2022, Stb. 2022, 38 (uitgifte: 27-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Een instelling doet melding aan de Kamer van Koophandel van iedere discrepantie die zij aantreft tussen een gegeven omtrent een uiteindelijk belanghebbende dat zij verstrekt heeft gekregen uit het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en de informatie over die uiteindelijk belanghebbende waarover zij uit anderen hoofde beschikt.
2.
Op een melding als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 33, 34, tweede en derde lid, 35 en 36 van de Handelsregisterwet 2007 van toepassing.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing indien een instelling op grond van artikel 16 een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie meldt aan de Financiële inlichtingen eenheid.
4.
Ten behoeve van de naleving van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 11a van de Advocatenwet, en zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht in artikel 22 van de Wet op het notarisambt.
5.
Bij een melding als bedoeld in het eerste lid verstrekt een instelling de gegevens, bedoeld in artikel 15a, tweede lid, onderdelen a en e, van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 5, derde lid, onderdelen a en f, van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, waarover zij beschikt en kan zij de bescheiden, bedoeld in artikel 15a, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 5, vierde lid, van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, verstrekken waarover zij beschikt.
6.
De Kamer van Koophandel bepaalt de wijze waarop een melding als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan.