Einde inhoudsopgave
Besluit energieprestatievergoeding huur
Artikel 4 [Gegevens over elektriciteitsgebruik]
Geldend
Geldend vanaf 26-04-2024
- Bronpublicatie:
09-04-2024, Stb. 2024, 105 (uitgifte: 25-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-04-2024, Stb. 2024, 105 (uitgifte: 25-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Milieurecht / Energie
Huurrecht / Huurprijzen
1.
In de gevallen waarin een energieprestatievergoeding is overeengekomen, bevat het overzicht dat de verhuurder krachtens artikel 261a, tweede lid, in samenhang met artikel 259, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek jaarlijks aan de huurder verstrekt, gegevens over het gemeten elektriciteitsgebruik van de maatregelen waarmee is voldaan aan de in de in artikel 2, eerste lid, opgenomen tabel bedoelde eisen, en in ieder geval gegevens over:
- a.
de totale jaarlijkse op de woning opgewekte hoeveelheid duurzame elektriciteit;
- b.
het totale jaarlijkse verbruik van elektriciteit voor ruimteverwarming, comfortkoeling en het bereiden van warm-tapwater;
- c.
het totale elektriciteitsgebruik voor ventileren, monitoring en eventueel aanwezige elektrische of infraroodverwarming in een badkamer;
- d.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, kan in plaats van het gemeten elektriciteitsgebruik worden uitgegaan van een in de overeenkomst vastgelegde forfaitaire hoeveelheid elektriciteit van 700 kWh/jaar;
- e.
de gerealiseerde hoeveelheid duurzame elektriciteit beschikbaar voor huishoudelijk gebruik.
2.
De hoeveelheid duurzame elektriciteit beschikbaar voor huishoudelijk gebruik wordt vastgesteld op basis van de gemeten waarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, en is de uitkomst van: H = O – W – G, waarbij:
H = de hoeveelheid duurzame elektriciteit beschikbaar voor huishoudelijk gebruik;
O = de totale jaarlijkse op de woning opgewekte hoeveelheid duurzame elektriciteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a;
W = het totale jaarlijkse verbruik van elektriciteit voor ruimteverwarming, comfortkoeling en het bereiden van warm-tapwater, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en
G = de gemeten dan wel forfaitair op 700 kWh/jaar vastgestelde hoeveelheid elektriciteit gebruikt voor ventileren, monitoring en eventueel aanwezige elektrische of infraroodverwarming in een badkamer, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c of d.
3.
Ten behoeve van het overzicht, bedoeld in het eerste lid, voorziet de verhuurder de woonruimte van ten minste twee individuele meters voor het vaststellen van:
- a.
de totale jaarlijkse op de woning opgewekte hoeveelheid duurzame elektriciteit;
- b.
het totale jaarlijkse gebruik van elektriciteit voor ruimteverwarming, comfortkoeling en het bereiden van warm-tapwater.
4.
Het overzicht, bedoeld in het eerste lid, kan elektronisch worden verstrekt, indien de huurder daarmee instemt.