Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/2365 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 18 Beroepsgeheim
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Alle uit hoofde van deze verordening ontvangen, uitgewisselde of doorgegeven vertrouwelijke informatie valt onder de voorwaarden van het beroepsgeheim als neergelegd in de leden 2 en 3.
2.
Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de in artikel 12, lid 2, bedoelde entiteiten en de in artikel 16 bedoelde bevoegde autoriteiten, de ESMA, de EBA en de EIOPA, of voor de auditors en deskundigen geïnstrueerd door de bevoegde autoriteiten of de ESMA, de EBA en de EIOPA. Vertrouwelijke informatie waarvan deze personen bij de uitoefening van hun taken kennis krijgen, wordt aan geen enkele persoon of autoriteit bekendgemaakt, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm, zodat individuele tegenpartijen, transactieregisters of andere personen niet herkenbaar zijn, onverminderd de gevallen die onder het nationale strafrecht of fiscaal recht of onder deze verordening vallen.
3.
Onverminderd het nationale strafrecht of fiscaal recht mogen de bevoegde autoriteiten, de ESMA, de EBA, de EIOPA en andere instanties of natuurlijke personen of rechtspersonen dan de bevoegde autoriteiten die ingevolge deze verordening vertrouwelijke informatie ontvangen, deze, indien het om bevoegde autoriteiten gaat, uitsluitend gebruiken bij de vervulling van hun taken en voor de uitoefening van hun functies binnen het toepassingsgebied van deze verordening of, indien het om andere autoriteiten, instanties of natuurlijke personen of rechtspersonen gaat, voor het doel waarvoor die informatie aan hen is verstrekt of in het kader van bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die specifiek met de uitoefening van die functies verband houden, of beide. Wanneer de ESMA, de EBA, de EIOPA, de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit, instantie of persoon die de informatie heeft verstrekt, daarin toestemt, mag de ontvangende autoriteit de informatie voor andere niet-commerciële doeleinden gebruiken.
4.
De in de leden 2 en 3 bedoelde voorwaarden vormen evenwel geen beletsel voor de ESMA, de EBA, de EIOPA, de bevoegde autoriteiten of de betrokken centrale banken om vertrouwelijke gegevens uit te wisselen of door te geven overeenkomstig deze verordening en andere wetgeving betreffende beleggingsondernemingen, kredietinstellingen, pensioenfondsen, verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, verzekeringsondernemingen, gereglementeerde markten of marktexploitanten, dan wel met instemming van de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit of instantie of natuurlijke persoon of rechtspersoon die deze gegevens heeft verstrekt.
5.
De leden 2 en 3 beletten niet dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationale recht vertrouwelijke informatie uitwisselen of doorgeven die niet van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat is ontvangen.