Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 8.1.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
put: boorgat dat na aanleg, inrichting en afwerking in gebruik is genomen;
- b.
spuitend produceerbare put: een put waaruit door in de productieve laag of lagen heersende drukken zonder kunstmatige opvoermethoden kan worden geproduceerd;
- c.
niet-spuitend produceerbare put: een put waaruit slechts kan worden geproduceerd met gebruikmaking van kunstmatige opvoermethoden;
- d.
spuitkruis (x-mas tree): bovengrondse afwerking met afsluiters en zijuitlaten, al dan niet geïntegreerd, die wordt geïnstalleerd nadat het boorgat is aangelegd;
- e.
hoofdbedieningsverdeelwerk: samenstel van opslagvaten, voorraadtank, pompen en verdeel- en regelkleppen met inbegrip van de leidingen met behulp waarvan de boorgatbeveiliging wordt bediend;
- f.
bedieningspaneel: hulpmiddel voor het op afstand bedienen van het hoofdbedieningsverdeelwerk;
- g.
compressielichaamafsluiter: gereedschap waarin zich een elastisch lichaam bevindt, dat zodanig kan worden vervormd door uitzetting, dat het een boorgat kan afsluiten, ook waar boorgereedschap aanwezig is;
- h.
afgehangen verbuizing: een verbuizing die afhangt in een eerder aangebrachte verbuizing en niet doorloopt naar het aardoppervlak;
- i.
mechanische plug: een op afstand te bedienen constructie die in een boorgat wordt ingelaten tot op een vooraf bepaalde plaats en, na activering, het boorgat volledig en duurzaam afdicht;
- j.
drukhoudende serie der verbuizing: verbuizing bedoeld om ingesloten drukken uit het boorgat te beheersen;
- k.
zone met stromingspotentieel: serie gesteentelagen van waaruit een gas- of vloeistofstroom naar of van gesteentelagen buiten de zone of naar het oppervlak kan plaatsvinden;
- l.
afsluiting: een maatregel die voorkomt dat gassen of vloeistoffen uit een put kunnen stromen;
- m.
verwachte maximale druk onder een permanente afsluiting: de hoogste druk die redelijkerwijze verwacht kan worden na buitengebruikstelling van een put;
- n.
sluitlaag: gesteentelaag die een onderliggende zone met stromingspotentieel afsluit.
2.
Voorts wordt in deze afdeling onder zeebodem mede begrepen: de bodem van oppervlaktewater.