Einde inhoudsopgave
Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1967
- Bronpublicatie:
02-02-1967, Stb. 1967, 102 (uitgifte: 28-02-1967, kamerstukken: 8636 )
- Inwerkingtreding
01-07-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1967, Stb. 1967, 213 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Degene, wiens ziekengeld krachtens de Ziektewet ter zake van ongeschiktheid tot werken, welke is ingetreden vóór de dag, waarop artikel 19 van de Wet in werking treedt, bij of na het in werking treden van genoemd artikel, anders dan door herstel van de geschiktheid tot werken,
- 1°
eindigt;
- 2°
zou zijn geëindigd, indien hij niet op grond van het bepaalde in artikel 1, onder c, in verbinding met artikel 1a, van de Ziektewet, in de artikelen 1, onder d,20 en 21 van die wet of de artikelen 1a of 1b van het Koninklijk besluit van 28 januari 1931 (Stb. 24) — zoals die bepalingen luidden op de dag, voorafgaande aan die, waarop artikel 19 van de Wet in werking treedt — van de verzekering ingevolge de Ziektewet zou zijn uitgezonderd;
heeft, indien hij op de dag, volgende op die, waarop dat ziekengeld eindigt, onderscheidenlijk zou zijn geëindigd, ten minste 15% arbeidsongeschikt is, recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering.
2.
Voor de toepassing van het in het vorige lid bepaalde wordt de betrokkene geacht nog aanspraak te hebben op ziekengeld krachtens de Ziektewet, indien hem in verband met het bepaalde in de artikelen 42 en 44 van die wet, dan wel in verband met het bepaalde in artikel 11, eerste lid, onder a en b, en tweede lid, van de Wet overgangsregeling Ziektewet geen ziekengeld wordt uitgekeerd.
3.
Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing ten aanzien van degene, die bij het intreden van de in dat lid bedoelde ongeschiktheid tot werken in verband met het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de Wet niet verzekerd zou zijn geweest, indien de Wet toen reeds in werking was geweest.
4.
Het bepaalde in het eerste lid blijft voorts buiten toepassing ten aanzien van degene, die op de dag, volgende op die, waarop het in dat lid bedoelde ziekengeld eindigt of zou zijn geëindigd, aan deze wet een vóór eerstbedoelde dag ingegane arbeidsongeschiktheidsuitkering ontleent.