Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 28 Verwijzing naar een kamer bestaande uit een ander aantal rechters
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer de juridische moeilijkheid of het belang van een zaak dan wel bijzondere omstandigheden daartoe grond opleveren, kan een zaak worden verwezen naar de Grote kamer, de Middelgrote kamer, of naar een kamer bestaande uit een ander aantal rechters.
2.
De kamer waarbij de zaak aanhangig is, kan in elke stand van het geding, ambtshalve dan wel op verzoek van een hoofdpartij, aan de voltallige vergadering voorstellen de zaak te verwijzen als bedoeld in lid 1.
3.
De president van het Gerecht of de vicepresident van het Gerecht kan de voltallige vergadering voorstellen de zaak te verwijzen als bedoeld in lid 1 tot aan de sluiting van de mondelinge behandeling of, ingeval artikel 106, lid 3, of artikel 213, lid 2, van toepassing is, vóór de beslissing van de kamer waarbij de zaak aanhangig is om op het beroep uitspraak te doen zonder mondelinge behandeling.
4.
De beslissing tot verwijzing van een zaak naar een kamer met een groter aantal rechters wordt genomen door de voltallige vergadering.
5.
De beslissing tot verwijzing van een rechtstreeks beroep naar een kamer met een kleiner aantal rechters wordt genomen door de voltallige vergadering, de hoofdpartijen gehoord.
6.
Wanneer in een verzoek om een prejudiciële beslissing geen moeilijke rechtsvragen worden opgeworpen, kan de kamer van vijf rechters waarbij dat verzoek aanhangig is beslissen het te verwijzen naar een kamer van drie rechters. Het Gerecht bepaalt de wijze waarop de drie rechters die deel uitmaken van deze kamer worden aangewezen. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
7.
De zaak wordt door een kamer bestaande uit ten minste vijf rechters berecht, wanneer een lidstaat of een instelling van de Unie die partij is in het geding, daarom verzoekt.
8.
Op een verzoek om een prejudiciële beslissing wordt beslist door de Middelgrote kamer wanneer een lidstaat of een instelling van de Unie die partij is in het geding daarom verzoekt overeenkomstig artikel 50, vierde alinea, van het Statuut.