Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 4.10 [Weigering verklaring]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht (V)
1.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie weigert de afgifte van de gedragsverklaring aanbesteden, ingeval de aanvrager een natuurlijke persoon is, indien binnen de in artikel 4.8 bedoelde termijn:
- a.
een of meerdere veroordelingen als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel a, onherroepelijk zijn geworden;
- b.
een of meer veroordelingen als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel b, onherroepelijk zijn geworden waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of hechtenis is opgelegd of waarbij een of meer voorwaardelijke of onvoorwaardelijke geldboetes, taakstraffen of voorwaardelijke gevangenisstraffen of hechtenis zijn opgelegd met een gezamenlijke waarde van in totaal € 35 000 of meer;
- c.
een beschikking als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c, waarin de overtreding wordt aangemerkt als zwaar of zeer zwaar, of een beschikking als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel d, onherroepelijk is geworden.
2.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie weigert de afgifte van de gedragsverklaring aanbesteden, ingeval de aanvrager een rechtspersoon is, indien binnen de in artikel 4.8 bedoelde termijn:
- a.
een of meerdere veroordelingen als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel a, van die rechtspersoon of van een of meer personen als bedoeld in artikel 4.7, tweede lid, onherroepelijk zijn geworden;
- b.
een of meer veroordelingen als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel b, van die rechtspersoon of van een of meer personen als bedoeld in artikel 4.7, tweede lid, onherroepelijk zijn geworden waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of hechtenis is opgelegd of waarbij een of meer voorwaardelijke of onvoorwaardelijke geldboetes, taakstraffen of voorwaardelijke gevangenisstraffen of hechtenis zijn opgelegd met een gezamenlijke waarde van in totaal € 35 000 of meer;
- c.
een beschikking als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c, waarin de overtreding wordt aangemerkt als zwaar of zeer zwaar, of een beschikking als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel d, onherroepelijk is geworden.
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing ingeval van veroordelingen van personen als bedoeld in artikel 4.4[lees: artikel 4.4, tweede lid], onderdeel c, die op het tijdstip van het nemen van het besluit omtrent de afgifte van de gedragsverklaring aanbesteden nog een beleidsbepalende functie binnen de rechtspersoon vervullen.
4.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, wordt een taakstraf van 1 uur gelijkgesteld met een geldboete van 80 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf of hechtenis van 1 dag met een geldboete van 160 euro.