Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1960
- Bronpublicatie:
11-04-1960, Trb. 1960, 40 (uitgifte: 25-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1960
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-1960, Trb. 1960, 102 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Een vreemdeling, die ongewenst is in één der Beneluxlanden, kan op een door de Minister van Justitie van dat land aan de Ministers van Justitie van de beide andere landen gericht, met redenen omkleed verzoek, als ongewenst worden aangemerkt voor het Beneluxgebied, voor zover de op deze vreemdeling betrekking hebbende maatregel werd genomen:
- a)
als gevolg van een veroordeling van deze vreemdeling wegens een misdrijf of een misdaad, waarvoor uitlevering kan plaatsvinden;
- b)
op grond van het feit dat de aanwezigheid van deze vreemdeling een gevaar oplevert voor de openbare orde of de nationale veiligheid.
Dit verzoek wordt ingewilligd tenzij bijzondere redenen zich daartegen verzetten.