Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel 10 Ontvankelijkheid van aanvragen
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Een door een marktdeelnemer ingediende aanvraag voor steun uit het EFMZV is gedurende een op grond van lid 4 van dit artikel vastgestelde, nader bepaalde periode niet ontvankelijk, indien de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de betrokken marktdeelnemer:
- a)
een ernstige inbreuk heeft gemaakt als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (1) of in artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
- b)
betrokken is geweest bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de lijst van de Unie van IOO-vaartuigen als bedoeld in artikel 40, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008, of van vaartuigen die de vlag voerden van landen die overeenkomstig artikel 33 van die verordening als niet-meewerkende derde landen zijn aangemerkt;
- c)
een ernstige inbreuk op de voorschriften van het GVB heeft gemaakt, die in andere door het Europees Parlement en de Raad vastgestelde wetgeving als zodanig worden aangemerkt; of
- d)
enig strafbaar feit als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft gepleegd, indien de aanvraag gericht is op steun op grond van hoofdstuk II van titel V van deze verordening.
2.
De begunstigde blijft, na de indiening van zijn aanvraag, gedurende de hele periode van uitvoering van de concrete actie en gedurende een periode van vijf jaar na de laatste betaling aan die begunstigde, aan de in lid 1, onder a) tot en met d), bedoelde voorwaarden voldoen.
3.
Een aanvraag die wordt ingediend door een marktdeelnemer is niet ontvankelijk voor een op grond van lid 4 van dit artikel vastgestelde, nader bepaalde periode, indien door de bevoegde autoriteit werd vastgesteld dat de marktdeelnemer in het kader van het Europees Visserijfonds (EVF) of het EFMZV fraude heeft gepleegd als omschreven in artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (3).
4.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 126 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot:
- a)
de nadere bepaling van de in de leden 1 en 3 van dit artikel bedoelde periode die evenredig moet zijn aan de aard, de ernst, de duur en de herhaling van de ernstige inbreuk, het strafbaar feit of de fraude, en die ten minste één jaar moet bedragen,
- b)
de vaststelling van de begin- of einddatum van de in de leden 1 en 3 van dit artikel bedoelde periode.
5.
De lidstaten verplichten de marktdeelnemers die een aanvraag in het kader van het EFMZV indienen, ertoe ten aanzien van de managementautoriteit schriftelijk te verklaren dat zij voldoen aan de in lid 1 van dit artikel vermelde criteria en dat zij in het kader van het EVF of het EFMZV geen fraude als bedoeld in lid 3 van dit artikel hebben gepleegd. Alvorens de concrete actie goed te keuren, gaan de lidstaten na of die schriftelijke verklaring waarheidsgetrouw is in het licht van de beschikbare informatie uit hun nationaal register van inbreuken als bedoeld in artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 of in het licht van andere beschikbare gegevens.
Voor de toepassing van de eerste alinea verstrekt een lidstaat op verzoek van een andere lidstaat de informatie uit zijn nationaal register van inbreuken als bedoeld in artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 28).