Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 141 Mogelijkheid tot ontheffing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 567 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken: 33972)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 568 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De toezichthouder kan, rekening houdend met de specifieke situatie van het pensioenfonds en in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden, op aanvraag van een pensioenfonds geheel of gedeeltelijk, ontheffing verlenen van het bij of krachtens de artikelen 131, 132, 134, eerste lid, onderdeel a, 137, 138, 139 en 140 bepaalde, indien het pensioenfonds aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de toezichthouder geen ontheffing verlenen van artikel 138, vierde lid, en artikel 140, tweede lid.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld waaraan de houder van een ontheffing dient te voldoen en met betrekking tot het verlenen van de ontheffing.