Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 14a.9 [Aangewezen persoon]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
20-05-2020, Stb. 2020, 165 (uitgifte: 12-06-2020, kamerstukken: 35153)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2020, Stb. 2020, 352 (uitgifte: 28-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien dat naar het oordeel van Onze Minister nodig is om de effectiviteit van de schorsing, bedoeld in artikel 14a.7, eerste lid, te verzekeren, kan Onze Minister een of meer personen aanwijzen die opdrachten kunnen verstrekken aan de betrokken partij. Onze Minister maakt een besluit tot benoeming van een aangewezen persoon bekend in de Staatscourant.
2.
De betrokken partij, inclusief alle bestuurders, commissarissen, personen die de feitelijke leiding hebben en andere werknemers, verstrekt de aangewezen persoon alle informatie die benodigd is in verband met de doelen bedoeld in het derde lid, volgt de opdrachten verstrekt door de aangewezen persoon op en verleent de aangewezen persoon alle medewerking. Degene die op grond van de vorige volzin verplicht is tot medewerking of informatieverstrekking aan de aangewezen persoon of het opvolgen van een opdracht verstrekt door de aangewezen persoon, is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het nakomen van die verplichting.
3.
De aangewezen persoon verstrekt uitsluitend opdrachten die tot doel hebben om:
- a.
de medewerking van de betrokken partij aan de schorsing, bedoeld in artikel 14a.7, eerste lid, te verzekeren, of
- b.
misbruik of uitval van het netwerk of de dienst van de betrokken partij te voorkomen.
4.
Rechtshandelingen in strijd met een opdracht van een aangewezen persoon zijn vernietigbaar.
5.
Tegen een opdracht van een aangewezen persoon kan administratief beroep worden ingesteld bij Onze Minister.
6.
Onze Minister kan de aangewezen persoon vervangen door een andere persoon.
7.
Een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid oefent zijn bevoegdheid uit tot het moment waarop de zeggenschap overeenkomstig de last, bedoeld in artikel 14a.10, is teruggebracht of beëindigd.
8.
Een aangewezen persoon is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van door hem verstrekte opdrachten.
9.
Onze Minister kan bepalen dat de aangewezen persoon het bestuur van de betrokken partij of leden daarvan, of de leiding van een eenmanszaak of bijkantoor vervangt. Het tweede tot en met zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat naast de doelen genoemd in het derde lid, ook de continuïteit van de betrokken partij en diens dienstverlening worden nagestreefd.