Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/85/EEG inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid, en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Bijlage I Niet-limitatieve lijst van agentia, procédés en arbeidsomstandigheden zoals bedoeld in artikel 4, lid 1
Geldend
Geldend vanaf 25-03-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 65 (uitgifte: 05-03-2014, regelingnummer: 2014/27/EU)
- Inwerkingtreding
25-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 65 (uitgifte: 05-03-2014, regelingnummer: 2014/27/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
A. Agentia
1
Fysische agentia waarvan wordt aangenomen dat zij embryonaal/foetaal letsel en/of loslating van de placenta tot gevolg kunnen hebben, met name:
- a)
schokken, trillingen of bewegingen,
- b)
tillen van zware lasten dat met name voor rug en lendenen risico's kan opleveren,
- c)
lawaai,
- d)
ioniserende straling (1),
- e)
niet-ioniserende straling,
- f)
extreme kou of hitte,
- g)
bewegingen, houdingen en verplaatsingen (hetzij binnen, hetzij buiten de inrichting), geestelijke en lichamelijke vermoeidheid en andere lichamelijke belastingen in verband met de werkzaamheden van de werkneemster in de zin van artikel 2.
2. Biologische agentia
Biologische agentia van de risicogroepen 2, 3 en 4 in de zin van artikel 2, tweede alinea, punten 2, 3 en 4, van Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), voor zover bekend is dat deze agentia of de door deze agentia noodzakelijk geworden therapeutische maatregelen de gezondheid van zwangere vrouwen en ongeboren kinderen in gevaar brengen en voor zover zij nog niet in bijlage II voorkomen.
3. Chemische agentia
De volgende chemische agentia voor zover bekend is dat zij de gezondheid van zwangere vrouwen en van het ongeboren kind in gevaar brengen en voor zover zij nog niet in bijlage II voorkomen:
- a)
stoffen en mengsels die voldoen aan de criteria voor indeling zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) in één of meerdere van de volgende gevarenklassen en gevarencategorieën met één of meerdere van de volgende gevarenaanduidingen, voor zover zij nog niet in bijlage II voorkomen;
- —
mutageniteit in geslachtscellen, categorie 1A, 1B of 2 (H340, H341);
- —
kankerverwekkendheid, categorie 1A, 1B of 2 (H350, H350i, H351);
- —
voortplantingstoxiciteit, categorie 1A, 1B of 2, of de aanvullende categorie voor gevolgen voor of via lactatie(H360, H360D, H360FD, H360Fd, H360Df, H361, H361d, H361fd, H362);
- —
specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, categorie 1 of 2 (H370, H371).
- b)
de chemische agentia van bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad (4);
- c)
kwik en kwikderivaten,
- d)
antimitotische geneesmiddelen,
- e)
koolmonoxide,
- f)
gevaarlijke chemische agentia die via de huid worden opgenomen.
B. Procédés
In bijlage I van Richtlijn 2004/37/EG opgenomen industriële procedés.
C. Arbeidsomstandigheden
Ondergrondse werkzaamheden in de mijnen.
Voetnoten
Zie Richtlijn 80/836/Euratom (PB nr. L 246 van 17.9.1980, blz. 1).
Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 262 van 17.10.2000, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50).