Einde inhoudsopgave
Wet op het notarisambt
Artikel 53j [Relatie met ‘papieren’ bepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
28-06-2023, Stb. 2023, 277 (uitgifte: 07-08-2023, kamerstukken: 36085)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2023, Stb. 2023, 335 (uitgifte: 12-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Artikel 43, derde lid, tweede volzin en vierde lid, derde volzin en artikel 45, eerste lid zijn niet van toepassing op de elektronische notariële akte.
2.
Ten aanzien van artikel 43, vierde lid, vijfde volzin, geldt dat met het aanbrengen van het uur en de minuut van die ondertekening wordt gelezen het aanbrengen van het gekwalificeerde elektronische tijdstempel als bedoeld in artikel 53h, tweede lid.
3.
Artikel 45, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat ten aanzien van de tweede volzin de notaris niet een aantekening op de oorspronkelijke akte stelt, maar een aantekening aan de oorspronkelijke akte koppelt onder vermelding van datum en repertoriumnummer van dit proces-verbaal.
4.
Artikel 52, tweede en derde lid, is niet van toepassing op de elektronische handtekening, bedoeld in artikel 53e, eerste lid.