Einde inhoudsopgave
Overdrachtsbelastingverordening 1908 [Sint Maarten]
Artikel 6 [Scheiding van bij inbreng in maat- of vennootschap ingebracht vermogen]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
09-01-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 13 (uitgifte: 14-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 33 (uitgifte: 01-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
Op akten van scheiding van onroerende zaken of schepen, gemeen krachtens vennootschap, is de belasting schuldig over de waarde ten tijde der scheiding van de ingebrachte doch aan andere dan den inbrenger of diens erfgenamen of rechtverkrijgenden toegedeelde onroerende zaken en schepen of aandeelen daarin.
Het door een deelgenoot op de in artikel 11 bedoelde wijze, of door aankoop na de oprichting der vennootschap verkregen aandeel in de door anderen ingebrachte onroerende zaken of schepen wordt voor de berekening van de op de scheiding verschuldigde belasting geacht door dien deelgenoot of zijne erfgenamen of rechtverkrijgenden te zijn ingebracht, mits blijkt, dat voor de verkrijging van dat aandeel de overdrachts- of successiebelasting is betaald.
De belasting volgens dit artikel is niet schuldig op scheidingen van zaken, gemeen door ontbinding eener naamlooze vennootschap of den in artikel 3 bedoelden inbreng in eene open commanditaire vennootschap, indien wegens den inbreng de belasting is betaald.