Einde inhoudsopgave
Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie
Artikel 31 Procedure
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
14-06-2024, Stb. 2024, 176 (uitgifte: 21-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2024, Stb. 2024, 176 (uitgifte: 21-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
De aanvraag voor tegemoetkoming in de verhuiskosten dient vóór de datum van verhuizing bij het bevoegd gezag te zijn ingediend.
2.
De ambtenaar die het transport van zijn inboedel door een verhuizer laat verzorgen, laat het transport uitvoeren op de voor het bevoegd gezag minst kostbare wijze.
3.
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het tweede lid één verhuizer aanwijzen.
4.
De ambtenaar die het transport van zijn inboedel in eigen beheer uitvoert, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in huur- en brandstofkosten van een bestel- of vrachtauto.
5.
Indien het transport van zijn inboedel in eigen beheer anders dan op de wijze, bedoeld in het vierde lid, plaatsvindt, bestaat er aanspraak op een vergoeding van € 0,23 per kilometer, met dien verstande dat niet meer dan twee ritten van en naar de nieuwe woning worden vergoed.
6.
De ambtenaar declareert de op grond van het vierde en vijfde lid gemaakte huurkosten van een auto, vergezeld van de rekening van het verhuurbedrijf, binnen zes maanden bij het bevoegd gezag.
7.
De ambtenaar declareert de kosten van verhuizing en, indien van toepassing, de kosten van dubbele woonlasten zo spoedig mogelijk doch maximaal zes maanden na de verhuizing onder overlegging van de desbetreffende rekeningen en opgevraagde offertes.