Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Artikel 77 [Doel beleid]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon. Voorheen art. 62 EG-verdrag. Art. 77 EG-verdrag vernummerd tot art. 97 VWEU. De wijziging van dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (30-04-2008 en 27-11-2009, Trb. 2010, 43).
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
De Unie ontwikkelt een beleid dat tot doel heeft:
- a.
het voorkomen dat personen, ongeacht hun nationaliteit, bij het overschrijden van de binnengrenzen aan enige controle worden onderworpen;
- b.
te zorgen voor personencontrole en efficiënte bewaking bij het overschrijden van de buitengrenzen;
- c.
geleidelijk een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen op te zetten.
2.
Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast voor:
- a.
het gemeenschappelijk beleid inzake visa en andere verblijfstitels van korte duur;
- b.
de controles waaraan personen bij het overschrijden van de buitengrenzen worden onderworpen;
- c.
de voorwaarden waaronder onderdanen van derde landen gedurende een korte periode vrij in de Unie kunnen reizen;
- d.
de geleidelijke invoering van een geïntegreerd systeem van beheer van de buitengrenzen;
- e.
het voorkomen dat personen, ongeacht hun nationaliteit, bij het overschrijden van de binnengrenzen aan enige controle worden onderworpen.
3.
Indien een optreden van de Unie noodzakelijk blijkt om de uitoefening van het in artikel 20, lid 2, onder a), bedoelde recht te vergemakkelijken, kan de Raad, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, bepalingen inzake paspoorten, identiteitskaarten, verblijfsvergunningen en daarmee gelijkgestelde documenten vaststellen, tenzij de Verdragen in de daartoe vereiste bevoegdheden voorzien. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
4.
Dit artikel laat de bevoegdheid van de lidstaten inzake de geografische afbakening van hun grenzen overeenkomstig het internationaal recht onverlet.