Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Slotakte
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1958
- Redactionele toelichting
Deze slotakte is geen integrerend onderdeel van het verdrag. Deze slotakte behoort tevens bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) (25-03-1957, Trb. 1957, 92) en de Overeenkomst betreffende bepaalde instellingen welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben (25-03-1957, Trb. 1957, 93).
- Bronpublicatie:
25-03-1957, Trb. 1957, 93 (uitgifte: 12-07-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1958
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-1957, Trb. 1957, 249 (uitgifte: 01-01-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
De Intergouvernementele Conferentie voor de Gemeenschappelijke Markt en Euratom, op 29 mei 1956 te Venetië ingesteld door de Ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden, die haar werkzaamheden te Brussel heeft voortgezet en die aan het slot daarvan op 25 maart 1957 te Rome is bijeengekomen, heeft de volgende teksten vastgesteld:
I
- 1.
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, met bijlagen,
- 2.
- 3.
Protocol betreffende de binnenlandse handel van Duitsland en de daarmede samenhangende vraagstukken,
- 4.
Protocol betreffende enkele bepalingen van belang voor Frankrijk,
- 5.
Protocol betreffende Italië,
- 6.
Protocol betreffende het Groothertogdom Luxemburg,
- 7.
Protocol betreffende goederen van oorsprong en van herkomst uit bepaalde landen, onderworpen aan een bijzondere regeling bij invoer in een van de Lid-Staten,
- 8.
Protocol betreffende de regeling toe te passen op de produkten vallende onder de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ten aanzien van Algerië en de overzeese departementen van de Franse Republiek,
- 9.
Protocol betreffende de aardolie en sommige derivaten daarvan,
- 10.
Protocol betreffende de toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap op de niet-Europese delen van het Koninkrijk der Nederlanden,
- 11.
Toepassingsovereenkomst betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Gemeenschap, met bijlagen,
- 12.
Protocol betreffende het tariefcontingent voor de invoer van bananen,
- 13.
Protocol betreffende het tariefcontingent voor de invoer van ongebrande koffie.
II
- 1.
- 2.
Protocol betreffende de toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op de niet-Europese delen van het Koninkrijk der Nederlanden.
III
Overeenkomst met betrekking tot bepaalde instellingen welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben.
Op het ogenblik van ondertekening van deze teksten heeft de Conferentie de hierna genoemde en aan deze Akte gehechte verklaringen aangenomen:
- 1.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de samenwerking met de Staten die lid zijn van internationale organisaties,
- 2.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende Berlijn,
- 3.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van de onafhankelijke landen behorende tot het gebied van de Franse frank, met de Europese Economische Gemeenschap,
- 4.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van het Koninkrijk Libië met de Europese Economische Gemeenschap.
- 5.
Verklaring van intentie betreffende het thans onder het bestuur van de Italiaanse Republiek staande trustgebied van Somaliland,
- 6.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van Suriname en de Nederlandse Antillen met de Europese Economische Gemeenschap.
De Conferentie heeft daarenboven kennis genomen van de hierna genoemde en aan deze Akte gehechte verklaringen:
- 1.
Verklaring van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de omschrijving van het begrip ‘Duits onderdaan’,
- 2.
Verklaring van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de toepassing der Verdragen op Berlijn,
- 3.
Verklaring van de Regering van de Franse Republiek betreffende octrooi-aanvragen mede omvattende kennis welke om defensieredenen wordt geheim gehouden.
Tenslotte heeft de Conferentie besloten, op een later tijdstip op te stellen:
- 1.
Het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Economische Gemeenschap,
- 2.
Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Economische Gemeenschap,
- 3.
Het Protocol betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
- 4.
Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
De Protocollen 1 en 2 zullen als bijlagen worden gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en de Protocollen 3 en 4 zullen als bijlagen worden gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Slotakte hebben gesteld.
Gedaan te Rome, de vijfentwintigste maart negentienhonderd zevenenvijftig.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de samenwerking met de staten die lid zijn van internationale organisaties
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Op het ogenblik van ondertekening van de Verdragen waarbij zij tezamen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie oprichten,
Zich bewust van de verantwoordelijkheid die zij voor de toekomst van Europa op zich nemen door hun markten aaneen te sluiten, hun economieën nader tot elkaar te brengen en te dier zake de beginselen en de wijze van uitvoering van een gemeenschappelijk beleid te bepalen,
Erkennende, dat het tezamen tot stand brengen van een douane-unie en van een nauwe samenwerking bij de vreedzame ontwikkeling van de kernenergie, als doeltreffende instrumenten voor een economische en sociale vooruitgang, niet alleen moet bijdragen tot hun eigen voorspoed maar ook tot die van de andere landen,
Verlangende, die landen te doen delen in de te verwachten mogelijkheden van economische groei die hierdoor worden geboden,
Verklaren zich bereid, zodra deze Verdragen in werking zijn getreden, met de andere landen, met name in het kader van de internationale organisaties waaraan zij deelnemen, akkoorden te sluiten, waardoor die doelstellingen van gemeen belang kunnen worden bereikt en de harmonische ontwikkeling van het handelsverkeer in zijn geheel kan worden verzekerd.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende Berlijn
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Gezien de bijzondere positie van Berlijn en de noodzaak het de steun der vrije wereld te geven,
Verlangende, hun solidariteit met de bevolking van Berlijn te bevestigen,
Zullen binnen de Gemeenschap hun goede diensten verlenen, opdat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om de economische en sociale positie van Berlijn te verbeteren, zijn ontwikkeling te begunstigen en zijn economische stabiliteit te verzekeren.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van de onafhankelijke landen behorende tot het gebied van de Franse frank, met de Europese Economische Gemeenschap
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Gelet op de akkoorden en overeenkomsten van economische, financiële en monetaire aard, gesloten tussen Frankrijk en de andere onafhankelijke landen behorende tot het gebied van de Franse frank,
Verlangende, de traditionele handelsstromen tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap en die onafhankelijke landen te handhaven en te versterken en tot de economische en sociale ontwikkeling van deze landen bij te dragen,
Verklaren zich bereid, zodra het Verdrag in werking is getreden, aan die landen voor te stellen onderhandelingen te openen, welke het sluiten van overeenkomsten tot economische associatie met de Gemeenschap beogen.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van het Koninkrijk Libië met de Europese Economische Gemeenschap
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Gelet op de economische banden tussen Italië en het Koninkrijk Libië,
Verlangende, de traditionele handelsstromen tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en het Koninkrijk Libië te handhaven en te versterken en tot de economische en sociale ontwikkeling van dit Koninkrijk bij te dragen,
Verklaren zich bereid, zodra dit Verdrag in werking is getreden, aan het Koninkrijk Libië voor te stellen onderhandelingen te openen, welke het sluiten van overeenkomsten tot economische associatie met de Gemeenschap beogen.
Verklaring van intentie betreffende het thans onder het bestuur van de Italiaanse Republiek staande trustgebied van Somaliland
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Verlangende, op het ogenblik van ondertekening van het Verdrag waarbij zij tezamen de Europese Economische Gemeenschap oprichten, de draagwijdte der bepalingen van de artikelen 131 en 227 van dit Verdrag nader te omschrijven, aangezien, overeenkomstig artikel 24 van de Trustschapsovereenkomst voor het grondgebied van Somaliland, het Italiaanse bestuur over dit grondgebied op 2 december 1960 eindigt,
Zijn overeengekomen, aan de autoriteiten die na die datum verantwoordelijk zijn voor de buitenlandse betrekkingen van Somaliland, de mogelijkheid voor te behouden om de associatie van dat gebied met de Gemeenschap te bevestigen, en verklaren zich bereid eventueel aan die autoriteiten voor te stellen onderhandelingen te openen, welke het sluiten van overeenkomsten tot economische associatie met de Gemeenschap beogen.
Verklaring van intentie betreffende de associatie van Suriname en de Nederlandse Antillen met de Europese Economische Gemeenschap
De Regeringen van het Koninkrijk België, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden,
Gelet op de nauwe banden welke de delen van het Koninkrijk der Nederlanden samenbinden,
Verlangende, de traditionele handelsstromen tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en Suriname en de Nederlandse Antillen anderzijds te handhaven en te versterken en tot de economische en sociale ontwikkeling van die landen bij te dragen,
Verklaren zich bereid, zodra het Verdrag in werking is getreden, op verzoek van het Koninkrijk der Nederlanden onderhandelingen te openen, ten einde overeenkomsten tot economische associatie van Suriname en de Nederlandse Antillen met de Gemeenschap te sluiten.
Verklaring van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de omschrijving van het begrip ‘Duits onderdaan
Ter gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, legt de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland de volgende verklaring af: ‘Als onderdanen van de Bondsrepubliek Duitsland worden beschouwd alle Duitsers in de zin van de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland.’
Verklaring van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de toepassing der Verdragen op Berlijn
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland behoudt zich het recht voor, bij het nederleggen van de akten van bekrachtiging te verklaren, dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie eveneens van toepassing zijn op het ‘Land Berlijn’.
Verklaring van de Regering van de Franse Republiek betreffende oetrooi-aanvragen mede omvattende kennis welke om defensie redenen wordt geheim gehouden
De Regering van de Franse Republiek,
Rekening houdende met de bepalingen van de artikelen 17 en 25, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Verklaart zich bereid, de bestuursrechtelijke maatregelen te nemen en aan het Franse Parlement de wettelijke maatregelen voor te stellen die noodzakelijk zijn om te verzekeren dat, zodra het Verdrag in werking is getreden, octrooi-aanvragen mede omvattende geheime kennis worden gevolgd, overeenkomstig de normale procedure, door octrooiverklaringen afgegeven onder een tijdelijk verbod tot bekendmaking.