Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/30/EU harmonisatie wetgevingen lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 18-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2014/30/EU)
- Inwerkingtreding
18-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2014/30/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘uitrusting’: elk apparaat of vaste installatie;
- 2.
‘apparaat’: elk afgewerkt toestel of een samenstel ervan dat op de markt wordt aangeboden als een aparte functionele eenheid ten behoeve van de eindgebruiker en dat in staat is elektromagnetische verstoringen te veroorzaken, of waarvan het functioneren vatbaar is om door dergelijke verstoringen te worden beïnvloed;
- 3.
‘vaste installatie’: een specifieke combinatie van verschillende soorten apparaten en eventueel andere inrichtingen, die samengebouwd, geïnstalleerd en bestemd zijn voor permanent gebruik op een van tevoren vastgestelde locatie;
- 4.
‘elektromagnetische compatibiliteit’: het vermogen van uitrusting om op bevredigende wijze in haar elektromagnetische omgeving te functioneren zonder zelf elektromagnetische verstoringen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor andere uitrusting in die omgeving;
- 5.
‘elektromagnetische verstoring’: elk elektromagnetisch verschijnsel dat een verslechtering van het functioneren van uitrusting kan veroorzaken; een elektromagnetische verstoring kan een elektromagnetische ruis, een ongewenst signaal of een wijziging in het voortplantingsmilieu zelf zijn;
- 6.
‘ongevoeligheid’: het vermogen van uitrusting om in aanwezigheid van een elektromagnetische verstoring te kunnen functioneren zoals beoogd zonder verslechtering van prestaties;
- 7.
‘veiligheidsdoeleinden’: de doeleinden van de bescherming van menselijk leven of bezittingen;
- 8.
‘elektromagnetische omgeving’: het geheel van waarneembare elektromagnetische verschijnselen op een bepaalde locatie;
- 9.
‘op de markt aanbieden’: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een apparaat met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt van de Unie;
- 10.
‘in de handel brengen’: het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een apparaat;
- 11.
‘fabrikant’: een natuurlijke of rechtspersoon die een apparaat vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn naam of handelsmerk verhandelt;
- 12.
‘gemachtigde’: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;
- 13.
‘importeur’: een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een apparaat uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
- 14.
‘distributeur’: een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, die niet de fabrikant of de importeur is, die een apparaat op de markt aanbiedt;
- 15.
‘marktdeelnemers’: de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur;
- 16.
‘technische specificatie’: een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan de uitrusting moet voldoen;
- 17.
‘geharmoniseerde norm’: een geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012;
- 18.
‘accreditatie’: accreditatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
- 19.
‘nationale accreditatie-instantie’: nationale accreditatie-instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
- 20.
‘conformiteitsbeoordeling’: het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële eisen van deze richtlijn voor een apparaat;
- 21.
‘conformiteitsbeoordelingsinstantie’: een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;
- 22.
‘terugroepen’: maatregel waarmee wordt beoogd een apparaat dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld te doen terugkeren;
- 23.
‘uit de handel nemen’: maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een apparaat dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;
- 24.
‘harmonisatiewetgeving van de Unie’: alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert;
- 25.
‘CE-markering’: een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het apparaat in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie waarin het aanbrengen daarvan is geregeld.
2.
Voor de toepassing van deze richtlijn worden als een apparaat beschouwd:
- 1.
‘componenten’ of ‘subassemblages’ die bedoeld zijn om door de eindgebruiker te worden ingebouwd in een apparaat en die in staat zijn elektromagnetische verstoringen te veroorzaken of waarvan de werking door dergelijke verstoringen kan worden beïnvloed;
- 2.
‘mobiele installaties’ omschreven als een combinatie van apparaten, en, waar van toepassing, andere inrichtingen, die bestemd is om te worden verplaatst en te worden gebruikt op een verscheidenheid van locaties.