Einde inhoudsopgave
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
Artikel 12 Gedeeltelijke toegang
Geldend
Geldend vanaf 26-08-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Inwerkingtreding
26-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de verschillen tussen in de betrokken staat van oorsprong of herkomst verrichte beroepswerkzaamheden en de beroepswerkzaamheden die het in Nederland gereglementeerde beroep omvat dermate groot zijn dat het eisen van een aanpassingsstage dan wel proeve van bekwaamheid, bedoeld in artikel 11, eerste lid, zou neerkomen op het volgen van een volledig onderwijs- of opleidingsprogramma, verleent Onze Minister die het aangaat gedeeltelijke toegang tot het gereglementeerd beroep, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
de migrerende beroepsbeoefenaar is volledig gekwalificeerd om in de betrokken staat van oorsprong of herkomst de beroepswerkzaamheden uit te oefenen waarvoor gedeeltelijke toegang wordt verleend; en
- b.
de beroepswerkzaamheden die de aanvrager wenst uit te oefenen kunnen objectief worden gescheiden van de andere beroepswerkzaamheden die het gereglementeerde beroep in Nederland omvat.
2.
Onze Minister die het aangaat kan weigeren gedeeltelijke toegang te verlenen indien deze weigering wordt gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en noodzakelijk is om het desbetreffende belang te beschermen.
3.
De migrerende beroepsbeoefenaar aan wie gedeeltelijke toegang is verleend, oefent de beroepswerkzaamheden uit onder de beroepstitel van zijn betrokken staat van oorsprong of herkomst. Onze Minister die het aangaat kan bij ministeriële regeling het gebruik van die beroepstitel in een in Nederland officiële taal voorschrijven.
4.
De migrerende beroepsbeoefenaar maakt aan de afnemers van de diensten duidelijk kenbaar welke beroepswerkzaamheden hij gerechtigd is uit te oefenen.