Einde inhoudsopgave
Organisatiewet Kadaster
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Er is een gebruikersraad.
2.
Het bestuur kan bij reglement bepalen dat de gebruikersraad bestaat uit een rechtszekerheidskamer voor de taken van de Dienst op het gebied van rechtszekerheid en een geoinformatiekamer voor de taken van de Dienst op het gebied van geoinformatie.
3.
Ingeval bij wettelijk voorschrift aan de Dienst een andere taak wordt opgedragen, dan bedoeld in het tweede lid, kan het bestuur bij reglement de werkzaamheden van een kamer uitbreiden met die andere taak.
4.
Tot de personen die zitting hebben in de gebruikersraad behoren in elk geval een vertegenwoordiger van:
- a.
notarissen;
- b.
tussenpersonen in onroerende zaken;
- c.
Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie;
- d.
provincies;
- e.
gemeenten;
- f.
waterschappen;
- g.
grondroerders als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;
- h.
beheerders als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken, en
- i.
eigenaren van registergoederen.
5.
Het bestuur stelt aan de gebruikersraad een secretaris ter beschikking. De secretaris is wat betreft de werkzaamheden ten behoeve van de gebruikersraad uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de voorzitter van de gebruikersraad.
6.
Het bestuur regelt nader bij reglement:
- a.
de samenstelling van de gebruikersraad;
- b.
de wijze waarop de organisaties van gebruikers van door de Dienst geleverde diensten gerechtigd zijn een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger aan te wijzen in de gebruikersraad of, indien het bestuur gebruik maakt van de mogelijkheid, bedoeld in het tweede lid, in één of beide kamers, en
- c.
de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de gebruikersraad of, indien het bestuur gebruik maakt van de mogelijkheid, bedoeld in het tweede lid, een kamer een commissie kan instellen.