Einde inhoudsopgave
Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014 [Curaçao]
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
16-05-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 54 (uitgifte: 24-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 54 (uitgifte: 24-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Algemeen
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
1.
De waardepeildatum ligt aan het begin van het vijfjarige tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld.
2.
De heffingsmaatstaf is de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.
3.
De waarde, bedoeld in het tweede lid, voor een onroerende zaak waarvoor marktgegevens beschikbaar zijn, wordt bepaald door systematische vergelijking.
4.
De waarde, bedoeld in het tweede lid, voor een onroerende zaak waarvoor onvoldoende marktgegevens beschikbaar zijn, wordt bepaald door een methode van kapitalisatie van de bruto huur dan wel door middel van een discounted-cash-flow-methode.
5.
In afwijking in zoverre van het vierde lid wordt de waarde van de onroerende zaken, met uitzondering van onroerende zaken die zijn aangewezen als beschermd monument op grond van de Monumenteneilandsverordening Curaçao 1., bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het vierde lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met:
- a.
de aard en de bestemming van de onroerende zaak;
- b.
de sedert de stichting van de onroerende zaak opgetreden technische en functionele veroudering, waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen.
6.
De vervangingswaarde, bedoeld in het vijfde lid, wordt berekend door bij de waarde van de grond van de onroerende zaak op te tellen de waarde van de opstal van de onroerende zaak. De waarde van de grond wordt bepaald door middel van een methode van vergelijking als bedoeld in het derde lid, rekening houdend met de bestemming van de zaak. De waarde van de opstal wordt gesteld op de kosten die herbouw van een vervangend identiek object zou vergen, gecorrigeerd met een factor wegens technische veroudering gebaseerd op de verstreken en de resterende gebruiksduur en met inachtneming van de restwaarde, en gecorrigeerd met een factor wegens functionele veroudering gebaseerd op economische veroudering, verouderde bouwwijze, ondoelmatigheid en excessieve gebruikskosten.
7.
Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in het vijfde lid, voor onroerende zaken met cultuurhistorische betekenis wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenstemt met de benuttingswaarde van die onroerende zaak.
8.
Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in het vijfde lid, voor bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaken wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenkomt met de bedrijfswaarde van die onroerende zaak rekening houdend met de economische situatie in de desbetreffende branche of bedrijfstak.
9.
De waarde van een opstal op huurgrond welke eigendom is van Curaçao wordt bepaald zonder rekening te houden met de waarde van de ondergrond.
Voetnoten
A.B. 1990 no. 5