Einde inhoudsopgave
Landsverordening in-, uit- en doorvoer [Aruba]
Artikel 112
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2016
- Bronpublicatie:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de ambtenaren, alsmede de overige daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren. Een zodanig landsbesluit wordt bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba.
2.
De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
- a.
alle inlichtingen te vragen;
- b.
inzage te verlangen van alle zakelijke boeken, bescheiden en informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
- c.
goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;
- d.
alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;
- e.
in de binnenwateren en de territoriale zee van Aruba schepen gaande te houden, hen op de in artikel 11 bedoelde plaatsen te doen aanleggen, en op het in artikel 103 bedoelde terrein de bestuurders van voertuigen en goederen dragende personen te doen blijven staan;
- f.
schepen, stilstaande voertuigen en hun lading te onderzoeken;
- g.
tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen te betreden zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner.
3.
Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.
4.
Met machtiging van de Inspecteur zijn de ambtenaren bevoegd tot onderzoek aan lichaam en kleding van personen die zich van en naar schepen begeven.
5.
Voor het binnentreden in tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel g, is een machtiging vereist, die wordt verleend door de procureur-generaal. Op het binnentreden zijn de artikelen 155, tweede en derde lid, 160, tweede lid, 161, 162, eerste, derde en vierde lid, en 163 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba, van toepassing, met dien verstande dat het verslag van binnentreden, bedoeld in artikel 163, wordt toegezonden aan de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen.
6.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren.
7.
Een ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren alle medewerking te verlenen, die op grond van het tweede en het vierde lid wordt gevorderd.