Einde inhoudsopgave
Vissersvaartuigenbesluit 2002
Artikel 2.8 Andere openingen in het dek
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2002
- Bronpublicatie:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Wanneer zulks voor de visserijwerkzaamheden van belang is, mogen in het dek verzonken stortranden van het schroef-, bajonet- of een gelijkwaardig type zijn en mogen mangaten zijn aangebracht, mits deze waterdicht gesloten kunnen worden en dergelijke afsluitmiddelen blijvend zijn bevestigd aan de aangrenzende constructie. Met inachtneming van afmetingen en plaats van de openingen alsmede de uitvoering van de afsluitmiddelen, mogen metaal op metaal afsluitingen zijn aangebracht mits het Hoofd van de Scheepvaartinspectie van oordeel is dat een even doelmatige waterdichtheid wordt verkregen.
2.
Openingen die geen luikhoofden, openingen boven de voortstuwingsruimte, mangaten of verzonken stortranden in het werk- of opbouwdek zijn, worden beschermd door middel van gesloten constructies, voorzien van waterdichte deuren of daaraan gelijkwaardige afsluitingen. Toegangskappen zijn zo dicht als praktisch uitvoerbaar is ter hoogte van het vlak van kiel en stevens van het vissersvaartuig geplaatst.