Einde inhoudsopgave
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Artikel 13a [Samenwerking met andere lidstaten]
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2020
- Bronpublicatie:
22-04-2020, Stb. 2020, 146 (uitgifte: 20-05-2020, kamerstukken: 35245)
- Inwerkingtreding
21-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2020, Stb. 2020, 148 (uitgifte: 20-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten behoeve van de uitoefening van haar taken op grond van artikel 13, werkt de Financiële inlichtingen eenheid zoveel mogelijk samen met de financiële inlichtingen eenheden van andere lidstaten.
2.
De Financiële inlichtingen eenheid wisselt met een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat, uit eigen beweging of op verzoek van die andere financiële inlichtingen eenheid en zo nodig onder het stellen van voorwaarden of beperkingen, alle beschikbare informatie uit die relevant kan zijn voor de verwerking of de analyse door die financiële inlichtingen eenheid van informatie met betrekking tot witwassen of financieren van terrorisme en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen.
3.
De informatie, bedoeld in het tweede lid, wordt ook uitgewisseld indien:
- a.
op het tijdstip van uitwisseling niet is vastgesteld welk basisdelict bij de te analyseren of de te verwerken informatie is betrokken;
- b.
de definitie van een betrokken misdrijf van fiscale aard in de andere lidstaat anders is dan naar Nederlands recht omschreven.
4.
Een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt door de Financiële inlichtingen eenheid in behandeling genomen, indien:
- a.
het verzoek de relevante feiten en achtergrondinformatie bevat; en
- b.
in het verzoek uiteen is gezet wat de redenen zijn voor het verzoek en hoe de gevraagde informatie zal worden gebruikt.
5.
Indien een verzoek als bedoeld in het tweede lid in behandeling wordt genomen, gebruikt de Financiële inlichtingen eenheid voor het vergaren van de verzochte informatie al haar bevoegdheden op grond van deze wet en verstrekt zij de verzochte informatie onverwijld aan de financiële inlichtingen eenheid van de andere lidstaat.
6.
Aan een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt niet voldaan indien het verstrekken van de gevraagde informatie zich niet zou verdragen met de Nederlandse wet.
7.
De Financiële inlichtingen eenheid wijst een centraal contactpunt aan dat verantwoordelijk is voor de ontvangst van de verzoeken bedoeld in het tweede lid.
8.
Indien een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat verzoekt om toestemming voor het delen van informatie afkomstig van de Financiële inlichtingen eenheid met bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat, verstrekt de Financiële inlichtingen eenheid deze toestemming onverwijld en zo ruim mogelijk, tenzij het verlenen van toestemming:
- a.
niet past binnen het kader van de wetgeving ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
- b.
strijdig is met wettelijke bepalingen;
- c.
een strafrechtelijk onderzoek kan schaden; of
- d.
de belangen van natuurlijke of rechtspersonen op wie de informatie betrekking heeft onevenredig kan schaden.
9.
Indien het verstrekken van informatie of het verlenen van toestemming op grond van het zesde lid, onderscheidenlijk het achtste lid, wordt geweigerd, wordt dit gemotiveerd kenbaar gemaakt aan de financiële inlichtingen eenheid die om de informatie of toestemming heeft verzocht.