Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering BES
Artikel 5.1 Herziening door Onze Minister
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 234 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35252)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Verzekering / Kapitaalverzekering
1.
Onze Minister kan een beschikking herzien waarbij:
- a.
studiefinanciering BES is toegekend,
- b.
een opstarttoelage is toegekend,
- c.
de vorm van de studiefinanciering BES is vastgelegd,
- d.
de termijnbetaling wordt vastgesteld of gewijzigd,
- e.
de draagkracht van de debiteur wordt vastgesteld,
- f.
de hoogte van de lening wordt vastgesteld of gewijzigd, of
- g.
studiefinanciering BES of opstarttoelage ingevolge artikel 2.10a is geweigerd of stopgezet.
2.
Herziening vindt plaats op grond van het feit dat:
- a.
een beschikking genomen is waarvan de student of de debiteur wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist was,
- b.
op basis van onjuiste of onjuist verwerkte gegevens anders dan bedoeld onder a te veel of te weinig studiefinanciering BES is toegekend, wel of geen opstarttoelage is toegekend, de vorm van de studiefinanciering BES onjuist is vastgelegd, de termijnbetaling te hoog of te laag is vastgesteld, de draagkracht van de debiteur te hoog of te laag is vastgesteld,
- c.
betrokkene heeft gehandeld in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet,
- d.
achteraf is gebleken van feiten of omstandigheden, die, waren zij eerder bekend geweest, niet tot toepassing van artikel 2.10a zouden hebben geleid, of
- e.
andere, nader gebleken feiten of omstandigheden, die, waren zij eerder bekend geweest, tot een andere beschikking zouden hebben geleid.
3.
Behoudens in het geval van bedrog kan een herziening als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, voor zover het betreft de vorm van de studiefinanciering BES slechts geschieden binnen 5 jaren na:
- a.
het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;
- b.
het kalenderjaar waarvoor de termijnbetaling is vastgesteld; of
- c.
het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.
4.
Behoudens in geval van bedrog, kan een herziening anders dan bedoeld in het derde lid, slechts geschieden binnen 18 maanden na:
- a.
het einde van het desbetreffende studiefinancieringstijdvak;
- b.
het tijdstip van beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 voor zover het de opstarttoelage betreft;
- c.
het kalenderjaar waarvoor de termijnbetaling is vastgesteld; of
- d.
het kalenderjaar waarvoor de draagkracht van de debiteur is vastgesteld.