Einde inhoudsopgave
Binnenvaartbesluit
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Het geneeskundig onderzoek ten behoeve van de verkrijging van het vaarbewijs blijft achterwege, indien uit een eigen verklaring van de aanvrager blijkt, dat hij lichamelijk en geestelijk voldoende geschikt is voor het voeren van een binnenschip en indien hij:
- a.
een klein vaarbewijs wenst te verkrijgen; of
- b.
niet langer dan dertien weken tevoren een overeenkomstig geneeskundig onderzoek met gunstig gevolg heeft ondergaan.
2.
De eigen verklaring heeft betrekking op de onderwerpen, bedoeld in artikel 25, eerste lid.
3.
De aanvrager, bedoeld in het eerste lid, onder b, legt bescheiden over ten bewijze van het feit dat hij voldoet aan de aldaar gestelde vereisten.
4.
De eigen verklaring mag niet ouder zijn dan zesentwintig weken.
5.
Indien de eigen verklaring op enige afwijking wijst kan een deskundige, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet, een geneeskundige verklaring afgeven, indien hij van oordeel is dat de afwijking het veilig varen niet nadelig zal beïnvloeden.
6.
Het opmaken en het beoordelen van de eigen verklaring geschiedt met inachtneming van de bij regeling van Onze Minister te stellen regels.