Einde inhoudsopgave
Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
16-12-2004, Stb. 2005, 37 (uitgifte: 03-02-2005, kamerstukken: 29531)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2005, Stb. 2005, 717 (uitgifte: 28-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
De rampbestrijder, bedoeld in artikel 1, onder c, ten tweede, die tijdens de rampbestrijdingsdienst, bedoeld in artikel 1, onder b, ten eerste, ten derde en ten vierde, en artikel 3, loon of inkomsten uit zijn gewone werk derft, alsmede de rampbestrijder, bedoeld in artikel 2, die tijdens de rampbestrijdingsdienst, bedoeld in artikel 1, onder b, ten eerste, en artikel 3, loon of inkomsten uit zijn gewone werk derft, hebben onverminderd artikel 5 recht op een uitkering met betrekking tot hetgeen zij ter zake derven die gelijk is aan:
- a.
het bedrag van het werkelijk gederfde loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, al naar gelang zij hun gewone werk in loondienst uitoefenen of tot deze categorie gerekend kunnen worden;
- b.
het bedrag van de werkelijk gederfde inkomsten, al naar gelang zij hun gewone werk door zelfstandige beroepsuitoefening of door het voeren van een eigen bedrijf verrichten;
- c.
de werkelijk gederfde bezoldiging die zij krachtens een wettelijke regeling zouden hebben genoten, al naar gelang zij hun gewone werk krachtens een publiekrechtelijke aanstelling verrichten.
2.
Indien de inkomsten van de rampbestrijder, bedoeld in het eerste lid, een wisselend karakter dragen, wordt onverminderd artikel 5 voor de berekening van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, het dag- of maandgemiddelde van deze inkomsten over de laatste 26 weken genomen.