Einde inhoudsopgave
Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
Artikel 56 [Aanstelling verkeersregelaars en verkeersbrigadiers]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2009
- Redactionele toelichting
Aanstellingen van verkeersregelaars afgegeven voor de inwerkingtreding van deze wijziging behouden hun geldigheid zolang hun geldigheidsduur niet is verstreken of, indien geen geldigheidsduur is vastgesteld, tot vijf jaren na inwerkingtreding van deze wijziging, dan wel tot zij zijn vervangen door een aanstelling op grond van art. 56 van het BABW, zoals dit komt te luiden na inwerkingtreding van deze wijziging. Aanvragen om als verkeersregelaar te worden aangesteld, ingediend voor de inwerkingtreding van deze wijziging, worden na dat tijdstip behandeld overeenkomstig de voorschriften zoals deze golden voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
08-12-2008, Stb. 2009, 5 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2008, Stb. 2009, 5 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
1.
Verkeersregelaars worden aangesteld door:
- a.
Onze Minister, indien het gaat om
- 1°
transportbegeleiders, of
- 2°
verkeersregelaars met in het kader van het beroep verkeersregelende taken, voor zover deze taken in meerdere provincies op het grondgebied van meerdere niet aangrenzende gemeenten worden uitgevoerd.
- b.
de burgemeester van de gemeente waar de werkzaamheden worden verricht, in de overige gevallen.
2.
Verkeersregelaars met in het kader van het beroep verkeersregelende taken worden uitsluitend als zodanig aangesteld indien deze taken naar het oordeel van het tot aanstelling bevoegd gezag:
- a.
als hun hoofdwerkzaamheden worden beschouwd, of
- b.
geacht worden nauw verband te houden met de uitoefening van hun hoofdwerkzaamheden.
3.
Het in het eerste lid genoemde bestuursorgaan kan de door hem afgegeven aanstelling in de bij ministeriële regeling aangegeven gevallen intrekken.
4.
Verkeersbrigadiers als bedoeld in artikel 82, derde lid, van het RVV 1990, worden aangesteld door de burgemeester.