Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/90/EG betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 28-10-2008
- Bronpublicatie:
29-09-2008, PbEU 2008, L 267 (uitgifte: 08-10-2008, regelingnummer: 2008/90/EG)
- Inwerkingtreding
28-10-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2008, PbEU 2008, L 267 (uitgifte: 08-10-2008, regelingnummer: 2008/90/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘teeltmateriaal’: zaad, plantendelen en alle plantmateriaal, inclusief onderstammen, bestemd voor de vermeerdering en de productie van fruitgewassen;
- 2.
‘fruitgewassen’: planten die bestemd zijn om, nadat zij in de handel zijn gebracht, te worden uitgeplant of herplant;
- 3.
‘ras’: een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagst bekende rang die kan worden:
- a)
gedefinieerd aan de hand van de expressie van het kenmerk dat het resultaat is van een bepaald genotype of een combinatie van genotypen;
- b)
onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste één van die kenmerken; en
- c)
beschouwd als een eenheid, gezien haar geschiktheid om onveranderd te worden vermeerderd;
- 4.
‘kloon’: een vegetatieve genetisch uniforme afstamming van één enkele plant;
- 5.
‘prebasismateriaal’: teeltmateriaal
- a)
dat volgens algemeen aanvaarde methoden is geproduceerd ter instandhouding van de identiteit van het ras, met inbegrip van de relevante pomologische kenmerken, alsmede ter voorkoming van ziekten;
- b)
dat dient voor de productie van basismateriaal of ander gecertificeerd materiaal dan fruitgewassen;
- c)
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor prebasismateriaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
- d)
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder a), b) en c) voldoet;
- 6.
‘basismateriaal’: teeltmateriaal
- a)
dat volgens algemeen aanvaarde methoden is verkregen ter instandhouding van de identiteit van het, met inbegrip van de relevante pomologische kenmerken, alsmede ter voorkoming van ziekten en dat rechtstreeks van prebasismateriaal afkomstig is of in een bekend aantal stadia vegetatief uit prebasismateriaal is voortgekweekt;
- b)
dat dient voor de productie van gecertificeerd materiaal;
- c)
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor basismateriaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
- d)
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder a), b) en c) voldoet;
- 7.
‘gecertificeerd materiaal’:
- a)
teeltmateriaal:
- i)
dat rechtstreeks vegetatief is voortgekweekt uit basismateriaal of prebasismateriaal of, indien het voor de productie van onderstammen dient, uit gecertificeerd zaad van basismateriaal of gecertificeerd materiaal van onderstammen;
- ii)
dat bestemd is voor de productie van fruitgewassen;
- iii)
dat voldoet aan de specifieke voorschriften voor gecertificeerd materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
- iv)
waarvan bij officiële inspectie is vastgesteld dat het aan de eisen onder i), ii) en iii) voldoet;
- b)
fruitgewassen:
- i)
die rechtstreeks uit gecertificeerd, basis- of prebasisteeltmateriaal zijn voortgekweekt;
- ii)
die bestemd zijn voor de productie van fruit;
- iii)
die voldoen aan de specifieke voorschriften voor gecertificeerd materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld, en
- iv)
waarvan bij de officiële inspectie is vastgesteld dat zij aan de eisen onder i), ii) en iii) voldoen;
- 8.
‘CAC-materiaal’(‘Conformitas Agraria Communitatis’): teeltmateriaal en fruitgewassen
- a)
die rasecht en voldoende raszuiver zijn;
- b)
die bedoeld zijn voor:
- —
de productie van teeltmateriaal,
- —
de productie van fruitgewassen, en/of
- —
de productie van fruit;
- c)
die voldoen aan de specifieke voorschriften voor CAC-materiaal die overeenkomstig artikel 4 zijn vastgesteld;
- 9.
‘leverancier’: elke natuurlijke of rechtspersoon die beroepshalve ten minste één van de volgende activiteiten verricht met betrekking tot teeltmateriaal of fruitgewassen: vermeerderen, produceren, beschermen en/of behandelen, invoeren en in de handel brengen;
- 10.
‘in de handel brengen’: de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop en iedere beschikbaarstelling, levering of overdracht van teeltmateriaal of fruitgewassen aan derden, al dan niet tegen vergoeding, met het oog op commercieel gebruik;
- 11.
‘verantwoordelijke officiële instantie’:
- a)
een door de lidstaat opgerichte of aangewezen instantie die onder toezicht van de nationale regering staat en die verantwoordelijk is voor vraagstukken inzake de kwaliteit van teeltmateriaal en fruitgewassen;
- b)
een overheidsinstantie, die
- —
hetzij op nationaal niveau is ingesteld,
- —
hetzij — onder toezicht van nationale instanties, binnen door de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat vastgestelde grenzen — op regionaal niveau is ingesteld;
- 12.
‘officiële inspectie’: door of onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke officiële instantie verrichte inspectie;
- 13.
‘partij’: een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong.