Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1182/2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit, tot wijziging van de Richtlijnen 2001/112/EG en 2001/113/EG en de Verordeningen (EEG) nr. 827/68, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2826/2000, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 318/2006 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2202/96
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-11-2008
- Redactionele toelichting
Art. 52, 53 en 55 zijn gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2008, L 307).
- Bronpublicatie:
26-09-2007, PbEU 2007, L 273 (uitgifte: 17-10-2007, regelingnummer: 1182/2007)
- Inwerkingtreding
22-11-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2007, PbEU 2007, L 273 (uitgifte: 17-10-2007, regelingnummer: 1182/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Verordening (EG) van de Raad van 26 september 2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit, tot wijziging van de Richtlijnen 2001/112/EG en 2001/113/EG en de Verordeningen (EEG) nr. 827/68, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2826/2000, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 318/2006 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2202/96
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,
Gelet op het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De huidige regeling voor de sector groenten en fruit is vastgesteld bij de Verordeningen (EG) nr. 2200/96 van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (2), (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (3) en (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten (4).
- (2)
In het licht van de ervaring dient de regeling voor groenten en fruit te worden gewijzigd om de volgende doelstellingen te bereiken: verbetering van het concurrentievermogen en de marktgerichtheid van de sector teneinde bij te dragen tot het bereiken van een duurzame productie die zowel op binnenlandse als buitenlandse markten concurrerend is, beperking van schommelingen in de inkomens van telers als gevolg van crises op de markt, verhoging van de consumptie van groenten en fruit in de Gemeenschap en voortzetting van de door de sector geleverde inspanningen om het milieu te handhaven en te beschermen.
- (3)
Daar die doelstellingen gezien de gemeenschappelijke aard van de markt voor groenten en fruit niet in voldoende mate door de lidstaten alleen kunnen worden verwezenlijkt en zij derhalve, gezien de noodzaak van verder gezamenlijk optreden, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (4)
De Commissie heeft een afzonderlijk voorstel ingediend voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten die aanvankelijk een aantal bepalingen van horizontale aard betreffende de sector groenten en fruit zou kunnen bevatten die van toepassing zijn op een aantal andere landbouwproducten, zoals met name bepalingen betreffende een comité van beheer. Het is verstandig deze bepalingen in de Verordeningen (EG) nr. 2200/96 en (EG) nr. 2201/96 te behouden. Zij moeten evenwel worden bijgewerkt, vereenvoudigd en gestroomlijnd, zodat ze gemakkelijk in de verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten kunnen worden opgenomen.
- (5)
Ter wille van de duidelijkheid moeten de andere bepalingen die specifiek zijn voor de sector groenten en fruit, gezien de reikwijdte van de wijzigingen in de huidige regeling, in een aparte verordening worden opgenomen. Wanneer deze bepalingen echter in zekere mate ook van horizontale aard zijn en ook van toepassing zijn op een aantal andere landbouwproducten, zoals bepalingen inzake handelsnormen en handel met derde landen, zouden ze ook moeten worden bijgewerkt en vereenvoudigd, zodat ze later gemakkelijk kunnen worden opgenomen in bovengenoemde verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten. Deze verordening zou derhalve geen bestaande instrumenten van horizontale aard moeten intrekken of wijzigen, tenzij deze achterhaald zijn, overbodig zijn geworden of gezien hun aard beter niet op het niveau van de Raad kunnen worden behandeld.
- (6)
Het toepassingsgebied van deze verordening moet producten omvatten die onder de gemeenschappelijke marktordeningen voor groenten en fruit en voor verwerkte groenten en fruit vallen. De bepalingen betreffende telersverenigingen, brancheorganisaties en overeenkomsten zijn evenwel uitsluitend van toepassing op producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit vallen en dit onderscheid dient te worden gehandhaafd. Het toepassingsgebied van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit zou ook moeten worden uitgebreid tot een aantal keukenkruiden zodat die van die regeling kunnen profiteren. Tijm en saffraan vallen momenteel onder Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II bij het Verdrag vermelde producten (5), en zouden daar derhalve uit moeten worden geschrapt.
- (7)
Voor bepaalde producten moeten handelsnormen gelden, met name inzake definitie, kwaliteit, indeling in klassen, grootte, onmiddellijke of eindverpakking, opslag, vervoer, aanbiedingsvorm, afzet en etikettering, zodat de markt kan worden bevoorraad met producten van uniforme en bevredigende kwaliteit. Bovendien moeten wellicht bijzondere maatregelen, met name recente analysemethoden en andere maatregelen voor de vaststelling van de kenmerken van de betrokken normen, worden vastgesteld teneinde misbruik ten aanzien van de kwaliteit en de authenticiteit van de aan de consument aangeboden producten en mogelijke ernstige daaruit voortvloeiende verstoringen van de markten te voorkomen.
- (8)
Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (6) en Richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (7), bevatten nu specifieke voorschriften voor de productie, de samenstelling en de etikettering van deze producten. Deze voorschriften zijn echter niet volledig aangepast aan de ontwikkelingen in ter zake doende internationale normen en moeten daarom worden gewijzigd zodat ze kunnen worden aangepast.
- (9)
Bij de productie en de afzet van groenten en fruit moet rekening worden gehouden met de milieu-eisen, zowel bij de teelt als bij het beheer van allerlei afval en bij de afzet van uit de markt genomen producten, vooral wat betreft de bescherming van de kwaliteit van het water, de instandhouding van de biodiversiteit en de landschapsverzorging.
- (10)
De telersverenigingen zijn de eerste spelers in de regeling voor groenten en fruit en zorgen op hun niveau voor de gedecentraliseerde werking van de marktordening. Gezien de steeds sterkere concentratie van de vraag is het uit economisch oogpunt nog steeds noodzakelijk het aanbod via deze verenigingen te bundelen om de positie van de telers op de markt te verbeteren. Deze bundeling moet op vrijwillige basis en op efficiënte wijze gebeuren en moet zijn nut bewijzen door middel van de omvangrijke en efficiënte diensten die de telersverenigingen hun leden bieden. Aangezien telersverenigingen uitsluitend in het belang van hun leden optreden, moeten zij worden geacht in economische aangelegenheden op te treden in naam van, en namens, hun leden.
- (11)
Gebleken is dat telersverenigingen het passende instrument zijn om het aanbod te bundelen. De telersverenigingen zijn echter ongelijk verspreid in de verschillende lidstaten. Om de telersverenigingen aantrekkelijker te maken, moeten zij waar mogelijk flexibeler kunnen functioneren. Een dergelijke flexibiliteit moet met name betrekking hebben op het productenassortiment van een telersvereniging, op de mate waarin rechtstreekse verkoop is toegestaan en op de uitbreiding van de voorschriften tot niet-leden, alsook groeperingen van telersverenigingen in staat stellen alle activiteiten van hun leden uit te oefenen en de uitbesteding van activiteiten mogelijk te maken, ook aan filialen, in beide gevallen onder de nodige voorwaarden.
- (12)
De lidstaten mogen een telersvereniging slechts als instrument voor het bereiken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke marktordening erkennen indien zij aan een aantal voorwaarden voldoet waartoe zij zichzelf verbindt, en die zij via haar statuten aan haar leden oplegt. Met het oog op de totstandbrenging en de goede werking van actiefondsen moeten telersverenigingen de volledige betrokken groente- en fruitproductie van hun leden geleverd krijgen.
- (13)
Producentengroeperingen in de lidstaten die op of na 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie, en die op grond van deze verordening de status van telersvereniging willen verwerven, moeten in aanmerking kunnen komen voor een overgangsperiode waarin hun door de lidstaten en de Gemeenschap financiële steun kan worden verleend in ruil voor bepaalde toezeggingen van de producentengroeperingen.
- (14)
Om de telersverenigingen meer verantwoordelijkheid te geven, met name ten aanzien van hun financiële beslissingen, en ervoor te zorgen dat de hun toegewezen overheidsgelden toekomstgericht worden besteed, moeten voorwaarden worden vastgesteld voor het gebruik ervan. Gezamenlijke financiering van door telersverenigingen ingestelde actiefondsen is een adequate oplossing. In bepaalde gevallen dient aanvullende financiering te worden toegestaan. Met het oog op de beheersing van de communautaire uitgaven moet de steun aan telersverenigingen die een actiefonds instellen, worden begrensd.
- (15)
In regio's waar de productie zwak is georganiseerd, is het wenselijk extra nationale financiële bijdragen toe te staan. In lidstaten die op structureel gebied sterk benadeeld zijn, moeten die bijdragen door de Gemeenschap kunnen worden vergoed.
- (16)
Teneinde de regeling te vereenvoudigen en de kosten ervan te verminderen, zou het nuttig kunnen zijn de procedures en voorschriften voor de subsidiabiliteit van uitgaven uit hoofde van de actiefondsen zo veel mogelijk af te stemmen op die van plattelandsontwikkelingsprogramma's door van de lidstaten te verlangen dat zij een nationale strategie op het gebied van de actiefondsen vaststellen.
- (17)
Om de werking van de telersverenigingen of groeperingen van telersverenigingen nog meer te versterken en de markt de gewenste stabiliteit te geven, moet de lidstaten worden toegestaan de voorschriften die de telersvereniging of de groepering van telersverenigingen van een bepaald gebied voor haar leden heeft vastgesteld met betrekking tot met name de productie, het in de handel brengen van producten en de bescherming van het milieu, onder bepaalde voorwaarden van toepassing te verklaren voor alle telers in dat gebied die niet bij een telersvereniging zijn aangesloten. Bepaalde daaraan verbonden kosten moeten op de betrokken telers kunnen worden verhaald, aangezien zij van de regeling profiteren. Voor biologische producenten geldt deze uitbreiding van de voorschriften alleen als een aanzienlijk deel van dergelijke producenten hiermee instemt. Een snelle uitbreiding van dergelijke voorschriften voor crisispreventie- en crisisbeheersmaatregelen is noodzakelijk om crises snel het hoofd te kunnen bieden.
- (18)
Bij de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 2202/96 is een aantal heterogene steunregelingen voor bepaalde groenten en fruit vastgesteld. Door het grote aantal en de diversiteit van deze regelingen is het beheer ervan complex geworden. Aangezien ze op een aantal specifieke soorten groenten en fruit waren gericht, kon niet ten volle rekening worden gehouden met regionale productieomstandigheden en werden niet alle soorten groenten en fruit bestreken. Het is derhalve dienstig een ander instrument voor steun aan groenten- en fruittelers in overweging te nemen.
- (19)
Voorts waren de steunregelingen voor groenten en fruit niet volledig opgenomen in Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (8). Dit heeft geleid tot een zekere complexiteit en rigiditeit in het beheer van die regeling.
- (20)
In het belang van een gerichtere, doch flexibele steunregeling voor de sector groenten en fruit en ter wille van de vereenvoudiging is het derhalve dienstig de bestaande steunregelingen af te schaffen en groenten en fruit volledig op te nemen in de bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde regeling. Hiertoe dient te worden bepaald dat landbouwers die in de referentieperiode groenten en fruit hebben geproduceerd, in aanmerking moeten komen voor de bedrijfstoeslagregeling. Voorts dient te worden bepaald dat lidstaten in het kader van de bedrijfstoeslagregeling referentiebedragen en subsidiabele hectaren kunnen vaststellen op basis van een voor elke groente- en fruitsoort representatieve periode en van objectieve en niet-discriminerende criteria. Arealen die zijn beteeld met groenten en fruit, inclusief blijvende groente- en fruitgewassen, alsmede kwekerijen, moeten in aanmerking komen voor de bedrijfstoeslagregeling. De nationale maxima moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. Om de betrokken sectoren de tijd te geven zich aan te passen aan hun integratie in de bedrijfstoeslagregeling, moeten overgangsperiodes worden vastgesteld. Met name moet worden voorzien in ontkoppelde betalingen voor groenten en fruit, en in tijdelijke gekoppelde areaalsteun voor bepaalde voor bewerking bestemde producten die onder de bestaande regelingen voor steun in aanmerking kwamen, alsmede voor aardbeien en frambozen. Voor de laatste producten kan ook nationale aanvullende steun worden verleend, bovenop de communautaire steun. Voorts dient te worden bepaald dat de Commissie de uitvoeringsbepalingen en de nodige overgangsmaatregelen ten aanzien van bovenstaande vaststelt.
- (21)
De productie van groenten en fruit is onvoorspelbaar en de producten zijn bederfelijk. Marktoverschotten kunnen, hoe gering ook, de markt ernstig verstoren. Er zijn meerdere regelingen voor het uit de markt nemen van producten ten uitvoer gelegd, maar het beheer ervan is vrij moeilijk gebleken. Er zouden verdere, gemakkelijk toe te passen maatregelen voor crisisbeheer moeten worden ingevoerd. De opneming van al deze maatregelen in de operationele programma's van telersverenigingen lijkt de beste aanpak in deze omstandigheden, en zou telersverenigingen tevens aantrekkelijker moeten maken voor telers. Teneinde crisisbeheersingsmaatregelen te kunnen uitbreiden tot telers die geen lid zijn van een telersvereniging, moeten lidstaten tijdens een overgangsperiode in dergelijke gevallen staatssteun kunnen verlenen. Deze steun zou echter lager moeten zijn dan de steun die de leden van de telersvereniging krijgen, teneinde lidmaatschap aantrekkelijk te maken. De werking van deze staatssteun moet aan het eind van de overgangsperiode worden geëvalueerd.
- (22)
De opneming van consumptieaardappelen in de bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde regeling impliceert dat, teneinde de goede werking van de interne markt op basis van gemeenschappelijke prijzen te garanderen, de bepalingen van het Verdrag inzake staatssteun ook voor consumptieaardappelen moeten gelden, onverminderd een overgangsperiode om de sector in staat te stellen zich aan te passen.
- (23)
Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (9) voorziet in een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor bepaalde afzetbevorderingsacties van maximaal 50 %. Teneinde de consumptie van groenten en fruit bij kinderen in onderwijsinstellingen te promoten, zou dit percentage voor op die kinderen gerichte afzetbevorderingsacties moeten worden verhoogd.
- (24)
Op initiatief van individuele marktdeelnemers of groeperingen opgerichte brancheorganisaties die een aanzienlijk gedeelte van de verschillende beroepsgroepen in de sector groenten en fruit vertegenwoordigen, kunnen ertoe bijdragen dat marktgerichter wordt gehandeld en dat het bedrijfsleven zich gemakkelijker aanpast, zodat verbeteringen tot stand komen wat betreft de informatie over de productie, in het bijzonder wat betreft de organisatie van de productie, alsmede de aanbiedingsvorm en de afzet van de producten. Aangezien de actie van deze organisaties over het algemeen kan bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag, en in het bijzonder van de doelstellingen van de onderhavige verordening, moet door de lidstaten een specifieke erkenning kunnen worden verleend aan organisaties die hebben aangetoond dat zij representatief zijn en op die doelstellingen gerichte acties voeren, waarbij vooraf moet worden bepaald welke acties in aanmerking komen. De bepalingen met betrekking tot de uitbreiding van de werkingssfeer van de door de telersverenigingen en groeperingen daarvan vastgestelde voorschriften en de verdeling van de daaraan verbonden kosten, moeten ook gelden voor brancheorganisaties, aangezien deze een analoog doel nastreven.
- (25)
Als gevolg van de eenmaking van de communautaire markt is aan de buitengrenzen van de Gemeenschap een regeling van het handelsverkeer nodig. In beginsel kan de communautaire markt worden gestabiliseerd door een regeling van het handelsverkeer die invoerrechten omvat. Deze regeling dient te zijn gebaseerd op de verbintenissen die zijn aangegaan bij de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde.
- (26)
De toepassing van het invoerprijssysteem voor groenten en fruit vereist de vaststelling van specifieke bepalingen die stroken met de internationale toezeggingen van de Gemeenschap.
- (27)
Controle op het volume van de handel in landbouwproducten met derde landen kan, voor bepaalde producten, vereisen dat er stelsels van in- en uitvoercertificaten worden ingevoerd, alsook het stellen van een zekerheid om te garanderen dat de transacties waarvoor deze vergunningen worden afgegeven, daadwerkelijk worden verricht. De Commissie dient derhalve te worden gemachtigd certificatenstelsels voor deze producten in te voeren.
- (28)
Om eventuele nadelen voor de communautaire markt als gevolg van de invoer van bepaalde landbouwproducten te voorkomen of te beperken, moet in bepaalde situaties bij invoer van die producten een aanvullend recht worden geheven.
- (29)
Onder bepaalde voorwaarden dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om tariefcontingenten te openen en te beheren die voortvloeien uit overeenkomstig het Verdrag gesloten internationale overeenkomsten of uit andere handelingen van de Raad.
- (30)
Het stelsel van douanerechten maakt het mogelijk af te zien van iedere andere beschermende maatregel aan de buitengrenzen van de Gemeenschap. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de voor de interne markt en de douanerechten geldende regelingen echter tekortschieten. Om te voorkomen dat de communautaire markt in dergelijke gevallen niet beschermd is tegen eventuele daaruit voortvloeiende verstoringen, moet de Gemeenschap in staat worden gesteld onverwijld alle vereiste maatregelen te nemen. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de internationale toezeggingen van de Gemeenschap.
- (31)
Om ervoor te zorgen dat de voornoemde regeling van het handelsverkeer naar behoren kan functioneren, moet de mogelijkheid worden geboden het gebruik van de regelingen voor actieve of passieve veredeling te reglementeren of, wanneer de marktsituatie zulks vereist, te verbieden.
- (32)
Om ervoor te zorgen dat er een rechtsgrondslag blijft voor uitvoerrestituties voor suiker die verwerkt is in bepaalde verwerkte groenten- en fruitproducten, zoals het geval is in artikel 16, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96, die moet worden ingetrokken, moet de lijst van producten in kwestie worden toegevoegd aan die in bijlage VII van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (10).
- (33)
De Richtlijnen 2001/112/EG en 2001/113/EG en de Verordeningen (EEG) nr. 827/68, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2826/2000, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 318/2006 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (34)
Omdat de gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten voortdurend in beweging is, dienen de lidstaten en de Commissie elkaar op de hoogte te houden van de relevante ontwikkelingen.
- (35)
Het behoorlijk functioneren van de op gemeenschappelijke prijzen gebaseerde eengemaakte markt zou door de toekenning van nationale steun in gevaar worden gebracht. Daarom moeten de Verdragsbepalingen betreffende staatssteun in de regel worden toegepast op de producten die onder deze verordening vallen. Er moet echter worden voorzien in eenmalige staatssteun voor de tomatenverwerkende sector in Italië en Spanje om die sector te helpen zich aan te passen aan deze verordening.
- (36)
De uitgaven die de lidstaten verrichten in het kader van de verplichtingen die de toepassing van deze verordening met zich brengt, moeten door de Gemeenschap worden gefinancierd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (11).
- (37)
De groenten- en fruitregeling voorziet in een aantal verplichtingen die moeten worden nagekomen. Met het oog op de nakoming van deze verplichtingen dienen controles te worden verricht en sancties te worden toegepast in geval van niet-nakoming van de verplichtingen. Derhalve moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend om de corresponderende voorschriften vast te stellen, inclusief die betreffende de terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen en de rapportageverplichtingen voor de lidstaten. Het korps van specifieke controleurs in de sector groenten en fruit zal in het kader van de nieuwe regeling niet langer nodig zijn en dient derhalve te worden opgeheven.
- (38)
De bij Verordening (EG) nr. 2202/96 ingestelde regeling moet worden afgeschaft. Die verordening wordt bijgevolg zinloos en moet derhalve worden ingetrokken.
- (39)
De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (12).
- (40)
Ter wille van de vereenvoudiging dienen de afzonderlijke comités voor verse en verwerkte groenten en fruit te worden afgeschaft en te worden vervangen door één enkel bij Verordening (EG) nr. 2200/96 in te stellen comité voor groenten en fruit.
- (41)
De overgang van de bestaande regelingen naar die van de onderhavige verordening zou moeilijkheden kunnen opleveren waaraan in deze verordening geen aandacht is besteed. Om dergelijke moeilijkheden te kunnen aanpakken, moet de Commissie overgangsmaatregelen kunnen vaststellen. Ook moet worden geregeld dat de erkenning van telersverenigingen en groeperingen van telersverenigingen, erkend uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2200/96, blijvend wordt, en dat uit hoofde van die verordening goedgekeurde operationele programma's kunnen worden voortgezet, en iets dergelijks moet worden geregeld voor groeperingen van telers die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2200/96 zijn erkend en voor de programma's die zij met het oog op erkenning indienen.
- (42)
De onderhavige verordening dient normaliter met ingang van 1 januari 2008 van toepassing te zijn. Teneinde echter te vermijden dat de steunregelingen voor verwerkte groenten- en fruitproducten en citrusvruchten midden in een verkoopseizoen aflopen, moeten deze steunregelingen tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008 blijven gelden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 175 van 27.7.2007, blz. 53.
PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
PB L 151 van 30.6.1968, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97, gerectificeerd in PB L 206 van 9.6.2004, blz. 37).
PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58.
PB L 10 van 12.1.2002, blz. 67. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/84/EG (PB L 219 van 19.6.2004, blz. 8).
PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 552/2007 van de Commissie (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 10).
PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2060/2004 (PB L 357 van 2.12.2004, blz. 3).
PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).
PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2007 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).