Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 648/2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2005
- Bronpublicatie:
13-04-2005, PbEU 2005, L 117 (uitgifte: 04-05-2005, regelingnummer: 648/2005)
- Inwerkingtreding
11-05-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-04-2005, PbEU 2005, L 117 (uitgifte: 04-05-2005, regelingnummer: 648/2005)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Douane (V)
Europees belastingrecht (V)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 26, 95, 133 en 135,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In Verordening (EEG) nr. 2913/92(3) zijn de regels vastgelegd voor de douanebehandeling van goederen die worden ingevoerd of uitgevoerd.
- (2)
Er moet een gelijkwaardig beschermingsniveau worden ingesteld met betrekking tot douanecontroles op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten. Daartoe is het noodzakelijk de douanecontroles in de Gemeenschap op een gelijkwaardig niveau te brengen en erop te letten dat zij op geharmoniseerde wijze worden verricht door de lidstaten, die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze controles. Deze controles moeten gebaseerd zijn op gezamenlijk overeengekomen normen en risicocriteria met betrekking tot de selectie van goederen en marktdeelnemers, teneinde de risico's voor de Gemeenschap en haar burgers en de handelspartners van de Gemeenschap zoveel mogelijk te beperken. De lidstaten en de Commissie moeten derhalve voor de gehele Gemeenschap een kader voor risicobeheer creëren ter ondersteuning van een gemeenschappelijke aanpak, zodat prioriteitenstelling effectief en allocatie van middelen efficiënt plaatsvinden, teneinde een juist evenwicht te handhaven tussen douanecontroles enerzijds en faciliteren van de legale handel anderzijds. Een dergelijk kader moet ook gemeenschappelijke criteria en geharmoniseerde vereisten voor geautoriseerde marktdeelnemers omvatten en garanderen dat dergelijke criteria en vereisten op geharmoniseerde wijze worden toegepast. De vaststelling van een kader voor risicobeheer dat gemeenschappelijk is voor alle lidstaten, mag de lidstaten niet verhinderen steekproefcontroles op goederen te verrichten.
- (3)
Een lidstaat dient de status van ‘geautoriseerde marktdeelnemer’ te verlenen aan marktdeelnemers die voldoen aan bepaalde gemeenschappelijke criteria in verband met de controlesystemen, de financiële solvabiliteit en de staat van dienst op het gebied van naleving van verplichtingen door de marktdeelnemer. De door een lidstaat verleende status van geautoriseerde marktdeelnemer wordt door de andere lidstaten erkend, maar verleent niet het recht om in de andere lidstaten automatisch in aanmerking te komen voor in de douanewetgeving vastgelegde vereenvoudigingen. De andere lidstaten dienen echter het gebruik van vereenvoudigingen door geautoriseerde marktdeelnemers toe te staan, mits zij aan alle specifieke vereisten voor de betrokken vereenvoudigingen voldoen. Bij de beoordeling van een verzoek om gebruik te maken van vereenvoudigingen hoeven de andere lidstaten de controlesystemen, de financiële solvabiliteit en de staat van dienst op het gebied van naleving van verplichtingen van de marktdeelnemer niet opnieuw te evalueren, aangezien de lidstaat die de ondernemer de status van ‘geautoriseerde marktdeelnemer’ heeft verleend, dit al heeft gedaan, maar moeten zij ervoor zorgen dat aan eventuele andere specifieke vereisten voor het gebruik van de betrokken vereenvoudiging is voldaan. Het gebruik van vereenvoudigingen in andere lidstaten mag ook worden gecoördineerd via een overeenkomst tussen de betrokken douaneautoriteiten.
- (4)
Vereenvoudigingen krachtens de douanewetgeving laten de douanecontroles, zoals die in het communautair douanewetboek zijn vastgelegd, met name met betrekking tot veiligheid, verder onverlet. Deze controles vallen onder de verantwoordelijkheid van de douaneautoriteiten en dit recht om te controleren moet blijven gelden, hoewel de status van geautoriseerde marktdeelnemer door die autoriteiten erkend moet worden als een factor bij de risicoanalyse en bij het verlenen van faciliteiten aan de marktdeelnemer in verband met veiligheidsgerelateerde controles.
- (5)
Op risicoanalyse gebaseerde informatie over import- en exportgoederen moet onderling worden gedeeld tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie. Te dien einde moet een gemeenschappelijk en beveiligd systeem worden opgezet, zodat de bevoegde autoriteiten deze informatie tijdig en effectief kunnen opvragen, doorzenden en uitwisselen. Dergelijke informatie mag ook met derde landen worden gedeeld indien een internationale overeenkomst daarin voorziet.
- (6)
Er dient te worden verduidelijkt onder welke omstandigheden informatie die door marktdeelnemers aan de douane werd verstrekt, toegankelijk mag worden gemaakt voor andere autoriteiten in dezelfde lidstaat, in andere lidstaten, voor de Commissie, of voor autoriteiten in derde landen. Daartoe moet duidelijk worden aangegeven dat Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5) van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten en door andere autoriteiten die gegevens ontvangen op grond van het communautair douanewetboek.
- (7)
Teneinde passende, op een risicoanalyse gebaseerde controles te kunnen verrichten, dient verstrekking van informatie voorafgaand aan aankomst of vertrek verplicht te worden gesteld voor alle goederen die binnen of buiten het douanegebied van de Gemeenschap worden gebracht, behalve voor goederen die over zee of door de lucht worden vervoerd zonder dat er in dit douanegebied een tussenstop wordt gemaakt. Dergelijke informatie moet beschikbaar zijn voordat de goederen binnen of buiten het douanegebied van de Gemeenschap worden gebracht. Er kunnen verschillende termijnen en regels worden vastgesteld afhankelijk van het soort goederen, vervoer en marktdeelnemer, of wanneer internationale overeenkomsten in bijzondere veiligheidsvoorschriften voorzien. Teneinde veiligheidslacunes te voorkomen, moet deze verplichting ook worden ingevoerd voor goederen die in een vrije zone worden binnengebracht of deze verlaten.
- (8)
Verordening (EEG) nr. 2913/92 moet dienovereenkomstig worden aangepast,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 110 van 30.4.2004, blz. 72.
Advies van het Europees Parlement van 20 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 29 november 2004 (PB C 38 E van 15.2.2005, blz. 36) en standpunt van het Europees Parlement van 23 februari 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.