Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied tandprotheticus
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1997
- Bronpublicatie:
22-08-1997, Stb. 1997, 477 (uitgifte: 23-10-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-1997, Stb. 1997, 553 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Ordeningsrecht
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tot het gebied van deskundigheid van de tandprotheticus wordt gerekend:
- a.
het onderzoeken van de mond van de patiënt, gericht op het verkrijgen van de gegevens die nodig zijn voor de toepassing van een gebitsprothese;
- b.
het aanmeten, vervaardigen, passen en aanbrengen van een volledige gebitsprothese voor de bovenkaak en de onderkaak bij een patiënt van wie de kaakwallen zijn hersteld van de gebitsextractie;
- c.
het aanmeten, vervaardigen, passen en aanbrengen van een gebitsprothese voor de bovenkaak dan wel de onderkaak bij een patiënt van wie de desbetreffende kaakwal is hersteld van de gebitsextractie en in wiens mondholte zich geen gebitselementen of andere elementen bevinden die dienen tot steun van een gebitsprothese;
- d.
het verstrekken aan een patiënt van raad en informatie met betrekking tot de gebitsprothese of het gebruik daarvan.
2.
Tot het gebied van deskundigheid van de tandprotheticus wordt mede gerekend het op verwijzing van de betrokken tandarts aanmeten, vervaardigen, passen en aanbrengen van een gebitsprothese bij een patiënt in wiens mondholte zich gebitselementen of andere elementen bevinden die dienen tot steun van een gebitsprothese.
3.
De verwijzing, bedoeld in het tweede lid, geschiedt schriftelijk, is gedateerd en ondertekend door de betrokken tandarts en bevat ten minste de door deze voor de door de tandprotheticus te verlenen zorg relevant geachte diagnostische gegevens.