Einde inhoudsopgave
Loodsplichtbesluit 2021
Artikel 19 Verplichtingen van de kapitein
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
Dit besluit is in werking getreden voor de zeehavengebieden Delfzijl-Eemshaven, Den Helder-Harlingen-Terschelling, Amsterdam-IJmond, Rotterdam-Rijnmond-Zuid-Holland-achterland en Scheveningen.
- Bronpublicatie:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De kapitein draagt er zorg voor dat met betrekking tot de beloodsing wordt voldaan aan Voorschrift V/23 van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen.
2.
De kapitein die van de diensten van een loods gebruik wil maken, onderscheidenlijk gebruik maakt:
- a.
meldt zich tijdig volgens de regels, bedoeld in het vijfde lid, bij het in de regio desbetreffende samenwerkingsverband van registerloodsen;
- b.
treft die maatregelen die noodzakelijk zijn voor een vlot en veilig em- en debarkeren van de loods en de personen die hem vergezellen;
- c.
verschaft de loods alle inlichtingen en inzage in documenten die voor de loods noodzakelijk zijn voor het verlenen van zijn diensten aan het schip en treft op verzoek van de loods alle overige maatregelen die nodig zijn om de loods in staat te stellen zijn functie uit te oefenen;
- d.
werkt nauw samen met de loods en oefent een nauwgezette controle uit op de positie en bewegingen van het schip;
- e.
staat toe dat een loods aan boord van zijn schip wordt vergezeld door andere personen ten behoeve van het op peil brengen of houden van diens kennis;
- f.
voorziet de loods en personen die hem vergezellen aan boord, op redelijk verzoek, kosteloos van behoorlijke voeding en van een behoorlijke slaapplaats; en
- g.
draagt er zorg voor dat de loods en personen die hem vergezellen zo spoedig mogelijk worden gedebarkeerd na beëindiging van de loodsreis.
3.
Niettegenstaande de taken en verplichtingen van de loods ontheft diens taakuitoefening ten behoeve van het schip de kapitein niet van zijn taken en verplichtingen in verband met de veiligheid van het schip.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld aan de kapitein, gericht op de communicatie en het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van het loodsen vanaf de wal of vanaf een ander schip.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen in overleg met de regionale loodsencorporatie regels worden gesteld omtrent de melding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.