Einde inhoudsopgave
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak
15 ter
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2021
- Bronpublicatie:
01-02-2021, PbEU 2021, C 34 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 2021/C 34/06)
- Inwerkingtreding
28-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2021, PbEU 2021, C 34 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 2021/C 34/06)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
Artikel 107, lid 2, onder b), VWEU vereist ook dat er geen sprake is van overcompensatie. Alleen de schade die rechtstreeks uit de beperkende maatregelen voortvloeit, kan worden vergoed en deze moet op rigoureuze wijze worden gekwantificeerd. Daarom is het belangrijk aan te tonen dat de steun alleen de rechtstreeks door de maatregel veroorzaakte schade vergoedt tot aan het winstniveau dat de begunstigde zonder het bestaan van de maatregel op geloofwaardige wijze had kunnen genereren voor het gedeelte van zijn activiteit dat aan een beperking wordt onderworpen. Aangezien de crisis blijft aanhouden, kunnen de economische gevolgen van de dalende vraag of de dalende publieksaanwezigheid, of de gevolgen die te wijten zijn aan de grotere terughoudendheid van klanten om samen te komen op openbare plaatsen, in vervoermiddelen of op andere locaties, of voortvloeien uit algemeen toepasselijke beperkingen op de capaciteit, maatregelen op het gebied van sociale afstand, enz., niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de aan de beperkende maatregel toe te schrijven schade die op grond van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU kan worden vergoed.