Einde inhoudsopgave
Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg
Artikel 17a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 494 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken: 33891)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, Stb. 2014, 521 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Gezondheidsrecht / Algemeen
1.
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van een wettelijke verplichting tot gebruik van het burgerservicenummer kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat daarbij aan te wijzen categorieën zorgaanbieders, indicatieorganen of zorgverzekeraars voor daarbij aan te wijzen vormen van zorg gedurende een daarbij aan te wijzen periode het burgerservicenummer van een cliënt mogen gebruiken.
2.
Op het gebruik van het burgerservicenummer op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, is het gestelde bij of krachtens deze wet, de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet omtrent het gebruik van het burgerservicenummer, met inbegrip van de beveiliging, de geheimhouding, het toezicht en de handhaving, alsmede omtrent het vaststellen van de identiteit en het burgerservicenummer van cliënten van toepassing met dien verstande dat:
- a.
ingevolge die toepassing een bevoegdheid in plaats van een verplichting ontstaat tot het gebruik van het burgerservicenummer;
- b.
het gestelde omtrent het vaststellen van de identiteit en het burgerservicenummer, slechts van toepassing is ten aanzien van cliënten waarvan dat nummer wordt gebruikt;
- c.
de zorgaanbieder, het indicatieorgaan en de zorgverzekeraar worden aangemerkt als gebruiker in de zin van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.