Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 102 Gemeentelijke regeling
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
De gemeenteraad stelt bij verordening een regeling vast met betrekking tot:
- a.
de voorzieningen die ingevolge artikel 92 voor bekostiging in aanmerking kunnen worden gebracht,
- b.
de oppervlakte en de indeling van schoolgebouwen,
- c.
de urgentiecriteria,
- d.
de prognosecriteria,
- e.
de termijn bedoeld in artikel 99,
- f.
de procedure met betrekking tot verhuur en het medegebruik van ruimten voor het onderwijs,
- g.
de termijn gedurende welke een gebouw of terrein voor een school of nevenvestiging nog ten hoogste kan worden gebruikt bij toepassing van artikel 110, alsmede de procedure in verband met een eventueel op te maken staat van onderhoud,
- h.
de gegevens bedoeld in artikel 112, en
- i.
de wijze waarop het aantal groepen leerlingen, bedoeld in de artikelenĀ 126 en 127, voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs wordt vastgesteld.
2.
De regeling wordt zodanig vastgesteld dat kan worden voldaan aan de redelijke eisen die het onderwijs aan de huisvesting van scholen in de gemeente stelt.
3.
De gemeenteraad stelt normen vast aan de hand waarvan de bedragen worden vastgesteld voor de toegekende voorzieningen in de huisvesting.
4.
Het college van burgemeester en wethouders betaalt volgens door het college van burgemeester en wethouders te stellen regels de bedragen aan de hand van de door de gemeenteraad gestelde normen.
5.
De gemeenteraad stelt de regeling, bedoeld in het eerste lid, dan wel een wijziging daarvan, niet vast dan nadat daarover op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met door de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente aan te wijzen vertegenwoordigers. De gemeenteraad stelt daartoe een procedure vast.
6.
Tijdens het in het vijfde lid bedoelde overleg kan de gemeenteraad de Onderwijsraad verzoeken een advies uit te brengen over de vaststelling of wijziging van de gemeentelijke verordening in relatie tot de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting. Het verzoek wordt gedaan indien een bevoegd gezag hierom heeft gevraagd dan wel uit eigen beweging. Het verzoek bevat een omschrijving van de onderwerpen waarover advies wordt verwacht. Het advies wordt binnen vier weken uitgebracht aan de gemeenteraad. Het advies wordt bekend gemaakt tezamen met de verordening of de wijziging daarvan.