Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 157 [Vervroegde opeising of ontbinding overeenkomst. Geen provisie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-10-2019, Stb. 2019, 397 (uitgifte: 07-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2019, Stb. 2019, 397 (uitgifte: 07-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Met ingang van het tijdstip waarop een aanbieder het door een consument verschuldigde vervroegd opeist in een geval als bedoeld in artikel 77, eerste lid, onder c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, heeft de bemiddelaar geen aanspraak meer op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst.
2.
Met ingang van het tijdstip waarop een overeenkomst van rechtswege wordt ontbonden op grond van artikel 90, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, heeft de bemiddelaar geen aanspraak meer op provisie ter zake van de desbetreffende overeenkomst, met dien verstande dat indien de ontbinding ongedaan wordt gemaakt op grond van artikel 95, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, hij weer aanspraak heeft op provisie over de periode gerekend vanaf het tijdstip waarop de ontbinding ongedaan is gemaakt.