Einde inhoudsopgave
Algemeen verdrag tussen Nederland en Frankrijk inzake de sociale zekerheid
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1951
- Bronpublicatie:
07-01-1950, Stb. 1951, 101 (uitgifte: 15-05-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1951, Trb. 1951, 156 (uitgifte: 20-12-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Indien een arbeider, die van de zijde van een der verdragsluitende landen in het genot is gesteld van een schadeloosstelling wegens een beroepsziekte, terzake van een ziekte van dezelfde aard rechten doet gelden op schadeloosstelling ten opzichte van de wetgeving van zijn nieuwe plaats van tewerkstelling in het andere land, zal hij aan het bevoegde orgaan van dit laatste land opgave moeten doen van de uitkeringen en schadeloosstellingen, welke hij tot dusverre ontvangen heeft wegens dezelfde ziekte.
Het orgaan, dat de nieuwe uitkeringen en schadeloosstellingen betalen moet, zal rekening houden met de vroegere uitkeringen alsof deze te zijnen laste waren geweest.